Fusies en splitsingen van vennootschappen onder het WVV: een overzicht van de nieuwigheden
De belangrijkste nieuwigheden onder het nieuw wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), zoals de kapitaalloze bv, bestuursaansprakelijkheden, netto-actief- en liquiditeitstest, enzovoort, hebben we reeds in vorige blogs uitvoerig besproken.
Maar hoe zit het eigenlijk met de procedures inzake fusies en splitsingen van vennootschappen? Is er op dat gebied veel veranderd? We zochten het voor u uit.
Boek 12 “Herstructurering van vennootschappen”
De te volgen procedure voor fusies en splitsingen van vennootschappen vinden we terug in het WVV terug in deel 4, boek 12, getiteld ‘Herstructurering van vennootschappen’. Hierin worden vier vormen van herstructurering behandeld. Met name de fusie, de splitsing, de met fusie en splitsing gelijkgestelde verrichtingen en de inbreng van een algemeenheid of een bedrijfstak.
We merken meteen op dat de grote krachtlijnen uit het oude wetboek behouden zijn. De opmerkelijke nieuwigheden zijn al bij al vrij beperkt gebleven. De wetgever heeft zich hoofdzakelijk beziggehouden tot het wegwerken van enkele discussiepunten uit de praktijk en het afstemmen van de procedures op de vernieuwde vennootschapsvormen.
Boek 12 geldt voor alle vennootschappen mét rechtspersoonlijkheid, maatschappen vallen dus buiten dit toepassingsgebied. (art. 12:1 WVV)
Partiële splitsing
Een eerste verduidelijking betreft de zogenaamde ‘partiële splitsing’ die voortaan een wettelijke verankering krijgt.
Onder het oud artikel 677 van het Wetboek van Vennootschappen werd “met fusie of splitsing gelijkgesteld, de fusie of splitsing zonder dat alle overdragende vennootschappen ophouden te bestaan.” Dit vormde de rechtsgrond voor de in praktijk vaak toegepaste ‘partiële splitsing’.
Voortaan vinden we een duidelijke definitie van de ‘partiële splitsing’ terug in artikel 12:8 WVV (met splitsingen gelijkgestelde verrichting).
Merk op dat de zogenaamde “partiële fusie” uit het oud art. 677 W.Venn., is weggevallen in het WVV. In praktijk kan dit gewoon onder de partiële splitsing of de inbreng van een bedrijfstak vallen.
Verder wordt de “stilzwijgende partiële splitsing” als een variant van de partiële splitsing erkend. Dit is de partiële splitsing waarbij de verkrijgende vennootschap reeds houder is van alle aandelen van de gesplitste vennootschap.
Boekhoudkundige retroactiviteit
Een belangrijk element bij fusies en splitsingen is het bepalen van de datum waarop de fusie of splitsing boekhoudkundig uitwerking heeft. Bij een fusie worden vanaf deze datum de handelingen van de overgenomen vennootschap boekhoudkundig toegerekend aan de overnemende vennootschap.
Deze datum kan retroactief zijn, met name vóór de beslissing tot fusie.
Een nieuwigheid in het WVV stelt dat die datum “niet eerder mag worden geplaatst dan op de eerste dag na de afsluiting van het boekjaar waarvoor de jaarrekening reeds werd goedgekeurd van de bij de verrichtingen betrokken vennootschappen”.
Wachttermijn van 6 weken
Ook de klassieke wachttermijn van 6 weken vooraleer de buitengewone algemene vergadering definitief over de fusie kan beslissen, blijft behouden. In praktijk ontstond er onduidelijkheid over wanneer deze wachttermijn inging. Was deze termijn nu te rekenen vanaf de neerlegging van het splitsings- of fusievoorstel ter griffie, of vanaf de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad?
Het WVV maakt komaf met deze onduidelijkheid en stipuleert thans dat de wachttermijn ingaat vanaf de neerlegging van het splitsings- of fusievoorstel.
Opleg in geld
Bij een fusie kan aan de aandeelhouders, naast aandelen, ook een opleg in geld worden betaald. Deze opleg in geld was vroeger beperkt tot maximaal één tiende van de nominale waarde of de fractiewaarde van de aandelen.
Voor de naamloze vennootschap geldt deze regel nog steeds (art. 12:2 lid 1 en 12:3 lid 1 WVV)
Voor de kapitaalloze bv en cv is dit maximaal één tiende van de “inbrengwaarde, zoals die blijkt uit de jaarrekening, van alle door de vennoten of aandeelhouders toegezegde inbrengen in geld of natura”. Inbrengen in nijverheid worden echter uitgesloten uit de berekening, vermits ervoor gekozen werd om geen vermogenswaarde aan deze inbreng toe te kennen.
De inbrengwaarde wordt in voorkomend geval verhoogd met de reserves die op grond van een statutaire bepaling slechts aan de vennoten of aandeelhouders kunnen worden uitgekeerd mits een statutenwijziging.
Verslagverplichting
Bij de fusies en splitsingen (behalve bij de geruisloze fusie) hebben de bestuurders en commissaris nog steeds een bijzondere verslagverplichting, tenzij alle aandeelhouders hieraan verzaken.
In een naamloze vennootschap met een duaal bestuur zorgt de raad van toezicht voor voornoemde verslagverplichting.
Onder het oude wetboek was het niet duidelijk of er een afzonderlijk verslag moest worden opgesteld indien men een doelswijziging (nu voorwerpswijzing) doorvoerde in het kader van een herstructurering. Het WVV bevestigt nu dat er géén verslagplicht is indien de voorwerpswijziging rechtstreeks voortvloeit uit de herstructurering.
Echter in het WVV zijn bij de kruisverwijzingen naar de verslagverplichtingen nog heel wat slordigheden geslopen. Daarom komt er nog een reparatiewet (wetsvoorstel hiervoor is reeds ingediend).
Wanneer aandeelhouders verzaken aan de specifieke verslagverplichting bij fusie, moet men wel een algemeen controleverslag bij inbreng in natura opmaken. Ook hier moet de reparatiewet nog een en ander verduidelijken.
Bevoegde organen voor goedkeuring fusie
Enkel bij een fusie door overneming en een geruisloze fusie (12:30 en 12:53 WVV) mag het bestuur van de overnemende vennootschap beslissen om de fusie door te voeren zonder tussenkomst van de algemene vergadering.
Bij een fusie door overneming is dit op voorwaarde dat de overnemende vennootschap vóór de fusie “ten minste 90%, maar niet alle aandelen en andere stemrechtverlenende effecten in de overgenomen vennootschap houdt”. Het is evenwel nog steeds vereist dat de algemene vergadering van de over te nemen vennootschap de fusie goedkeurt.
Bij een geruisloze fusie zijn de aandelen van de over te nemen vennootschap volledig in handen van de overnemende vennootschap. Bij een geruisloze fusie kan men tot fusie besluiten zonder tussenkomst van de algemene vergaderingen van alle fuserende vennootschappen. In dit geval beslissen zowel het bestuur van de overnemende als van de over te nemen vennootschap over de goedkeuring.
In het oude wetboek was deze procedure – waarbij het bestuur beslist – enkel mogelijk als de overnemende vennootschap een nv was. Deze mogelijkheid is onder het uitgebreid naar de bv, de cv, de Europese vennootschap en de Europese coöperatieve vennootschap).
Grensoverschrijdende splitsing
Een Belgische vennootschap kan ook de splitsing –naast de fusie- op een grensoverschrijdende wijze toepassen met een buitenlandse vennootschap. Het recht dat van toepassing is op de buitenlandse vennootschap dient hiervoor een gelijkaardige splitsingsprocedure te kennen. Dit zal in principe het geval zal zijn binnen de Europese Economische Ruimte (EER).
Statutenwijziging
Tot slot, indien een fusie of splitsing gebeurt door oprichting van een nieuwe vennootschap is geen financieel plan nodig. (art. 12:36 WVV)
Mogelijk moeten de bij een fusie betrokken bestaande vennootschappen, zoals een overnemende vennootschap, hun statuten aanpassen aan het WVV. Een herstructurering van uw vennootschappen is het moment om de statuten aan te passen conform de mogelijkheden van het WVV.
Bron: “Fusies van vennootschappen onder het WVV : wat is nieuw ?”, Balans nr.845, 29/02/2020, Marijke Roelandts.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.