Restaurant en all-in menu: wat met de btw?
Het btw-tarief voor restaurant- en cateringdiensten werd al sinds 1 januari 2010 verlaagd van 21% naar 12%. Maar dit geldt wel enkel voor het eten. Dranken zijn nog steeds onderworpen aan het tarief van 21%.
Indien een restaurant een all-in menu aanbiedt, drank en eten inbegrepen dus, moet zij de prijs uitsplitsen.
In 2009 had de Administratie hierover reeds een circulaire gepubliceerd. Die circulaire zorgde in de praktijk echter nog voor heel wat onduidelijkheden en discussies bij controle. Daarom werd nu op 4 april 2019 – bijna 10 jaar later – opnieuw een circulaire gepubliceerd (Circulaire 2019/C/26) die de oude circulaire van 2009 vervangt.
Globale prijs onder oude circulaire
Indien de restaurateur een globale prijs vraagt voor zowel eten als drank bevat moet hij de prijs uitsplitsen: namelijk 12% voor het eten en 21% voor de drank. Maakt hij die uitsplitsing niet, dan is de gehele prijs onderworpen aan 21%.
Volgens de oude circulaire van 2009 diende bij een globale prijs het gedeelte van de dranken in principe overeen te stemmen met de ‘normale waarde’ ervan. Lees: de prijs die de klant normaal zou moeten betalen bij afzonderlijke afname van de drank.
De fiscus vergat hierbij evenwel dat de prijs van een menu vaak goedkoper is dan wanneer men de diverse consumpties afzonderlijk afneemt van de kaart. Een dergelijke opsplitsing zou dus kunnen leiden tot een overwaardering van de drank ten aanzien van de totale prijs.
De oude circulaire aanvaardde wel reeds een forfait van 35% voor bepaalde all-in menu’s van drie of meer gangen. Bij dergelijke menu’s is aperitief, wijn, water en koffie/thee inbegrepen. Maar in praktijk bleef het toch voor discussie zorgen. De nieuwe circulaire staat daarom nog 2 uitzonderingen toe.
Uitzondering 1: procentueel aandeel van de drank in de globale menuprijs
Zo kan onder de nieuwe circulaire de opsplitsing gebeuren op basis van het procentueel aandeel van de prijs van de drank in het totaal van de forfaire menuprijs. De korting van een menuprijs is zo gelijk verdeeld over de drank en het eten. De nieuwe circulaire illustreert dit met een voorbeeld.
Een menu in een fastfoodrestaurant, bestaande uit een hamburger, frietjes en een drankje, heeft een forfaitaire prijs van 6,74 euro, inclusief btw.
Bij een afzonderlijke afname is de prijs van de hamburger en frietjes 6,24 euro en het drankje 2,05 euro, inclusief btw. De forfaitaire menuprijs is dus 1,55 euro goedkoper dan wanneer de producten afzonderlijk worden afgenomen. Het procentueel aandeel van de drank (2,05 euro) en het eten (6,24 euro) in de totale ‘à la carte’ prijs (8,29) bedraagt respectievelijk 24,73% en 75,27%.
De waarde van de drank in de globale menuprijs is dus 1,67 euro (24,73% van 6,74 euro). Deze prijs is inclusief 21% btw. De waarde van het eten in de globale menuprijs is dus 5,07 euro (75,27% van 6,74 euro). Deze prijs is inclusief 12% btw.
Uitzondering 2: coëfficiënt van 35%
Ook de nieuwe circulaire bevestigt opnieuw de toepassing van een forfaitair coëfficient van 35% om het drankenaandeel te bepalen in een standaard all-in menuformule. Dezee coëfficiënt geldt dus bijvoorbeeld niet voor all-in formules waarbij sterke drank, champagne of alle dranken na middernacht inbegrepen zijn.
De coëfficiënt is overigens niet bindend. De restauranthouder kan er dus steeds van afwijken, onder controle van de administratie, indien het restaurant een andere prijzenpolitiek voert. Ook de fiscale administratie kan het percentage van 35% betwisten wanneer het afwijkt van de werkelijkheid.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.