Onderhoudsgeld: is een recht van bewoning fiscaal aftrekbaar?
Een huwelijk is niet steeds een boottochtje bij zonsondergang. Soms loopt het huwelijksbootje op de klippen en zinkt het naar de diepste krochten van de oceaan. Een echtscheiding hoeft echter niet steeds een vechtscheiding te zijn. In de echtscheiding met onderlinge toestemming kan een echtpaar verschillende overeenkomsten over onderhoudsgelden maken. Het Hof van Beroep te Antwerpen sprak zich op 2 juni 2020 uit over het verlenen van een recht van bewoning als onderhoudsgeld.
Onderhoudsgeld
Het onderhoudsgeld is een uitkering die een ex-echtgenoot betaalt aan de ex-partner of de kinderen na de echtscheiding. We zetten dit ook al in een eerdere blog uiteen. Deze uitkering tot levensonderhoud kan voortvloeien uit een rechterlijke beslissing of door een onderling akkoord (EOT).
Fiscaal is de onderhoudsuitkering voor 80% aftrekbaar voor de ex-echtgenoot die ze betaalt. Hier zijn uiteraard enkele voorwaarden aan verbonden. De betalingen moeten gebeuren (a) aan een niet-gezinslid, (b) krachtens een verplichting van het Burgerlijk of Gerechtelijk Wetboek, (c) met de nodige bewijsstukken en (d) ze moeten regelmatig zijn.
Voornamelijk deze laatste voorwaarde was in het arrest aan spel. Het artikel 104 WIB’92, waarin de bovenstaande voorwaarden zijn vastgelegd, bepaalt namelijk dat de kapitalen die de vergoedingen vervangen ook voor 80% aftrekbaar zijn. Het bij elkaar optellen van de toekomstige betalingen en deze vervolgens in één keer betalen zou ook mogelijk zijn.
Kajuit als onderhoudsgeld
De gezinswoning van een voormalige echtpaar is vaak eigendom van één van de ex-echtgenoten of gedeeltelijk van beide samen. Bij de echtscheiding kan één van de ex-partners de woning toegewezen krijgen of (en hier zit het hem juist) krijgt deze ex-partner een – al dan niet levenslang – gebruiksrecht op de woning. De fiscus aanvaardt het recht van bewoning als een onderhoudsuitkering in natura en is het voor 80% aftrekbaar.
De fiscus ging echter niet akkoord met de volgende situatie. De ex-partner, die ten volle eigenaar is van de woning, geeft een levenslang recht van gebruik aan de andere partner. In de EOT-overeenkomst nemen de ex-partners een waardering op van de maandelijkse huurwaarde van het pand. Deze huurwaarde vermenigvuldigen zij vervolgens met de levensverwachting van de ex-partner die het pand zal bewonen. Zo komen de ex-partners tot een gekapitaliseerde waarde waarvoor de fiscale 80%-aftrek gevraagd werd.
De fiscus en de rechter in eerste aanleg stellen dat de aftrek enkel mogelijk is voor de maanden waarvoor de ex-partner effectief gebruik maakt van het recht van bewoning. De fiscus wil enkel die perioden dat de ex-partner werkelijk gebruik maakt van het recht van bewoning in aanmerking nemen als onderhoudsgeld. De ex-partner kan namelijk niet aantonen dat deze effectief in de woning zal wonen voor de rest van diens leven. Deze redenering zorgt er voor dat een kapitalisering van toekomstige onderhoudsgelden in een dergelijke situatie onmogelijk is.
Het Hof gooit een reddingsboei
Het Hof van Beroep te Antwerpen volgt de fiscus niet in haar redenering. Ze stelt dat men het toegekende recht van bewoning niet mag zien als een periodieke onderhoudsbijdrage. De voorwaarde van de regelmatige betalingen is hierbij dan ook niet van toepassing. De EOT-overeenkomst draagt definitief het recht van bewoning over aan de ex-partner met daarbij de vermelding van de maandelijkse huurwaarde en de gekapitaliseerde waarde. De fiscus moet het eenmalig kapitaal gewaardeerd op basis van de levensverwachting van de ex-partner aanvaarden.
De ex-echtgenoot die de aftrek wilde genieten had in de belastingaangifte wel een hogere gekapitaliseerde waarde opgegeven dan deze in de EOT-overeenkomst. Ex-partners hadden de waarde van het recht van bewoning pro fisco opgenomen in hun overeenkomst. Het Hof stelde dan ook dat een later (hoger) eenzijdig schattingsverslag niet kan afwijken van deze eerder bedongen waarde.
Besluit
Het verlenen van een recht van bewoning aan de ex-partner blijkt zo een fiscaal interessante en praktische wijze om de andere partner een onderhoudsgeld in natura te verlenen. De kapitalisering heeft als voordeel dat er mogelijk meer in aftrek kan worden genomen dan het werkelijke gebruik door de ex-partner. Een vraag voor de toekomst blijft wel wat er gebeurt indien de ex-partner na een aantal jaren afziet van het recht van bewoning.
Bron: Antwerpen nr. 2019/AR/146, 2 juni 2020
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.