Hoe is het gesteld met het netto-actief van uw besloten vennootschap?
Netto-actief, het is an sich geen nieuw begrip. Minstens zou iedereen die betrokken is bij het financiële leven van een vennootschap ermee vertrouwd moeten zijn. De vraag is of dat werkelijk zo is? Met het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) is het netto-actief, meer dan ooit, een sleutelbegrip voor aandeelhouders en bestuurders van een besloten vennootschap.
Het WVV bevat een aantal bepalingen die betrekking hebben op uitkeringen aan aandeelhouders, bestuurders en andere rechthebbenden. De monitoring van het netto-actief is één van de maatregelen die moeten helpen om belanghebbenden te beschermen wanneer een besloten vennootschap een uitkering wil doen. Het WVV voorziet daarom in een netto-actieftest. Deze test vormt een onlosmakelijk duo met de liquiditeitstest.
Wat is nu het netto-actief van de vennootschap? Hoe ziet de netto-actieftest er in de praktijk uit?
Hoe berekent u het netto-actief?
Het vertrekpunt is dat u het netto-actief van de vennootschap bepaalt op basis van de laatste goedgekeurde jaarrekening. Bij uitkering van winst van het lopende boekjaar zal u steunen op een recente tussentijdse staat van activa en passiva. Recent betekent dat de inhoud ervan niet is achterhaald door nieuwe gebeurtenissen die van materieel belang zijn. Indien in uw vennootschap een commissaris is benoemd, beoordeelt deze bovendien de jaarrekening of de tussentijdse staat.
Het nettoactief is het totaalbedrag van de activa, verminderd met de voorzieningen, de schulden en de nog niet afgeschreven bedragen van enerzijds de oprichtings- en uitbreidingskosten en anderzijds de kosten voor onderzoek en ontwikkeling.
In geval u vertrekt van tussentijdse financiële informatie zal de staat eveneens een aan de context aangepaste toelichting bevatten. Begrijp onder de toelichting minstens de verplichtingen buitenbalans en de gebruikte waarderingsregels. Hou er rekening mee dat het resultaat van het lopende boekjaar op een aparte lijn in de tussentijdse staat van activa en passiva dient vermeld. Uiteraard is bij het bepalen van het tussentijds resultaat ook rekening gehouden met de afschrijvingen, de waardeverminderingen, de voorzieningen voor risico’s en kosten, de passende afgrenzing van kosten en opbrengsten en de te verwachten vennootschapsbelasting.
Het netto-actief is essentieel bij het uiteindelijk bepalen van het maximaal uitkeerbaar vermogen.
Maximaal uitkeerbaar vermogen
Wanneer de algemene vergadering, bij uitbreiding – na statutaire delegatie – het bestuursorgaan, de beslissing tot uitkering neemt is het cruciaal dat u op een juiste wijze het bedrag bepaalt dat voor uitkering in aanmerking kan komen. Drie stappen zijn absoluut noodzakelijk. Deze stappen gelden voor alle uitkeringen zonder onderscheid tussen dividenden, tantièmes of andere gelijkgestelde verrichtingen.
Stap 1: Bepalen onbeschikbare eigen vermogen
Onbeschikbare inbreng (omvattende het vroegere kapitaal en de uitgiftepremies)
– niet opgevraagd deel van de onbeschikbare inbreng
+ herwaarderingsmeerwaarden
+ onbeschikbare wettelijke en/of statutaire reserves
+ kapitaalsubsidies
+ latente belastingen op belastingvrije reserves
= onbeschikbaar eigen vermogen.
Stap 2: Bepalen van de uitkeerbare winst
Overgedragen resultaat van vorige boekjaren
+ resultaat van het lopende boekjaar
+ resultaat van het voorgaande boekjaar zolang de jaarrekening van dat boekjaar nog niet is goedgekeurd
+ alle andere niet onbeschikbaar eigen vermogen (enkel bij beslissing door de algemene vergadering !)
= winst die in aanmerking kan komen voor uitkering.
Hiermee is de kous niet af, nu komt immers het netto-actief op de koord. De daadwerkelijk uitkeerbare winst is namelijk beperkt tot het maximaal uitkeerbaar vermogen.
Stap 3: Uitkeerbare winst beperken tot maximaal uitkeerbaar vermogen
Netto-actief
– wettelijke en/of statutaire onbeschikbare eigen vermogensrekening(en)
= maximaal uitkeerbaar vermogen.
Effectieve uitbetaling
Okay, netto-actieftest allemaal goed en wel, maar … De beslissing tot uitkering, zowel door de algemene vergadering als door het eventueel gedelegeerde bestuursorgaan, mag dan wel genomen zijn maar deze moet nog de liquiditeitstest doorstaan. Een eerdere bijdrage behandelt de liquiditeitstest in concreto. Het bestuursorgaan van uw vennootschap is het enige bevoegde vennootschapsorgaan dat, op basis van deze test, beslist over de effectieve uitbetaling van de uitkering.
Het bestuursorgaan verantwoordt hiertoe in een (bijzonder) verslag of de vennootschap na de uitkering in staat zal zijn haar schulden te voldoen naarmate deze opeisbaar worden over een periode van ten minste twaalf maanden te rekenen van de datum van de uitkering. Schade als gevolg van een onterechte uitkering leidt daarom tot de persoonlijke aansprakelijkheid van de bestuurders.
Conclusie
In geen geval mag een uitkering gebeuren indien het netto-actief van de vennootschap negatief is of ten gevolge daarvan negatief zou worden. Evenmin mag de uitkering ertoe leiden dat het eigen vermogen van de vennootschap daalt tot beneden het bedrag van het onbeschikbare eigen vermogen.
Opgelet, zelfs bij een gunstige test van het netto-actief is het niet zeker dat er onmiddellijk een effectieve uitbetaling volgt. Het bestuursorgaan is verplicht om voor de betaling van de uitkering, middels de liquiditeitstest, na te gaan of de vennootschap na de uitkering haar opeisbare schulden nog zal kunnen betalen.
Bron: IBR, Advies 2019/13, 30 augustus 2019.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.