Alleenstaand en geen kinderen? Wie erft en wie niet?
U denkt aan vermogensplanning. Check! Dat is de eerste stap: u staat open voor een (fiscale) optimalisatie van uw vermogen en u bent bereid om hierover grondig na te denken. U wil nog niet meteen de deur van de notaris binnenwandelen en u begint een beetje op te zoeken. U wordt overladen door een zondvloed aan artikels over het oude erfrecht en het nieuwe erfrecht sinds 1 september 2018. Plots ziet u door het bos de bomen niet meer. Om u alvast op het meest recente pad te brengen kan u hier en hier een aantal artikels van de nieuwe regels terugvinden. Ok, dat is alvast 1 frustratie opgelost. Maar, u leest en leest en overal gaat het over situaties waarin men gehuwd of samenwonend is en men liefst ook nog minstens 1 kind heeft. Frustratie 2 duikt op, want u bent alleenstaand en u hebt geen kinderen. Is vermogensplanning dan niets voor u? Moet u zomaar aanvaarden dat de overheid met (een aanzienlijk deel van) uw vermogen aan de haal gaat? Nee! In deze bijdrage zetten we alles graag even op een rijtje voor u.
Eerst komt de orde
Wanneer u zelf geen regeling voorziet, zullen de wettelijke regels van het Burgerlijk Wetboek (BW) zich laten gelden. Dit wil zeggen dat u een heuse cascade op uw familie zal ondergaan. In wat volgt zetten we even de wettelijke regels uiteen. Uiteraard kunnen de juiste planningstechnieken hierop inwerken, dit komt later aan bod.
De wetgever voorziet in een viertal groepen (de ordes) om te bepalen wie er, in dalende volgorde, tot uw nalatenschap komt. Vanaf dat er erfgenamen in een bepaalde orde aanwezig zijn, worden de andere ordes uitgesloten.
De eerste orde omvat de afstammelingen. Van zodra er afstammelingen zijn, is al de rest “irrelevant” voor de wetgever.
Indien er geen afstammelingen zijn, komt de tweede orde aan bod.
De tweede orde omvat broers en zussen en de ouders (uiteraard indien deze nog in leven zijn). In dat geval zullen de ouders samen de helft van de nalatenschap krijgen. Indien er nog maar 1 ouder in leven is, zal deze een kwart van de nalatenschap erven. Het overige wordt evenredig verdeeld tussen de broers en zussen.
U denkt nu, ik heb geen broers of zussen, dus alles dan naar mijn ouders (of de langstlevende van hen)? Nee, dat is niet noodzakelijk zo.
Wanneer er geen broers en/of zussen zijn, vallen de ouders namelijk in de derde orde. Deze derde orde omvat alle zogenaamde “ascendenten”. Dit zijn alle bloedverwanten in een opgaande lijn: ouders, grootouders, misschien zelfs nog overgrootouders. Opnieuw volgt een evenredige verdeling, tenzij u anders hebt voorzien.
De vierde en laatste orde omvat de niet-bevoorrechte zijverwanten: nonkels, tantes, neven en nichten.
Is hiermee de kous af? Nee, want de wetgever gaat nog een stapje verder: naast de opdeling in ordes, gaan we binnen elke orde ook nog eens de graad van verwantschap bepalen.
Daarna komt de graad
Niet iedereen in een “ervende orde” zal ook effectief erven. Enkel degene die het dichtste in graad bij u, als erflater, staat zal erven. Bijvoorbeeld:
– uw grootmoeder zal niet automatisch erven, als uw moeder nog in leven is. We zitten in de derde orde, maar uw moeder is erfgenaam in de eerste graad, uw grootmoeder pas in de tweede graad.
– uw neef zal niet erven als die zijn vader (uw nonkel) nog in leven is. We zitten in de vierde orde, maar uw nonkel is tweede graad, uw neef is derde graad.
Nu zijn er nog een aantal wettelijke “figuren” die inwerken op de voornoemde regels van orde en graad: de plaatsvervulling en de grote en kleine kloving.
Plaatsvervulling
Het is jammer genoeg mogelijk dat een mogelijke erfgenaam reeds vooroverleden is. Stel, u bent alleenstaand en u hebt geen kinderen. Maar, u hebt een broer en een zus, die elk op hun beurt wél kinderen hebben. Door een ongelukkig voorval overlijdt uw zus. Sluit uw broer (tweede orde) dan de afstammelingen van uw zus (vierde orde) uit? Indien de plaatsvervulling niet zou bestaan, zou het antwoord ja zijn. De wetgever heeft dit echter, terecht, als onrechtvaardig aanzien en daardoor de figuur van de plaatsvervulling gecreëerd. De kinderen van de overleden zus zullen zo, samen, in de plaats komen van hun overleden moeder. Op die manier zullen zij samen het erfdeel van hun moeder ontvangen. Het woord “samen” is hier wel van belang: ongeacht het aantal afstammelingen de vooroverleden zus heeft, zij erven samen wat de vooroverleden erfgenaam op zichzelf zou erven.
Kloving
Vooreerst is er het principe van de kleine kloving. Stel u hebt een broer, maar ook een halfzus. In dat geval moeten we onze heil zoeken in de kleine kloving. Dit wil zeggen dat de nalatenschap in twee gelijke delen wordt verdeeld, namelijk vaderlijke lijn en de moederlijke lijn. Uw broer zal erven uit beide lijnen. Uw halfzus zal enkel erven uit de lijn van de gemeenschappelijke ouder.
We kennen ook het principe van de grote kloving. Wanneer uw nalatenschap niet kan toekomen aan erfgenamen van de eerste of de tweede orde, dan zal deze kloving optreden. Dit wil zeggen dat men uw nalatenschap opnieuw zal opdelen in 2 helften: een helft voor de vaderlijke lijn en een helft voor de moederlijke lijn. Binnen elk van deze lijnen geldt vervolgens dat diegene(n) erven die in de dichtste orde en vervolgens in de dichtste graad staat/staan. Als er geen erfgenamen (meer) zijn in een bepaalde lijn, dan zal dat deel geërfd worden door de andere lijn.
Afwijken van de wettelijke regels
In wat voorafgaat werden de wettelijke regels uiteengezet. Wanneer u geen planning onderneemt, zal uw nalatenschap aan deze regels onderworpen worden. U kan hiervan echter afwijken. Aangezien u alleenstaand bent, hebt u geen reservataire erfgenamen om rekening mee te houden. Reservatair wil zeggen dat het “bevoorrechte” erfgenamen zijn, die sowieso een erfrecht hebben waar u niet aan kan raken. Typevoorbeeld hiervan zijn de kinderen en de partner. Maar die zijn er niet, dus u kan volledig zelf regelen aan wie u zaken wil nalaten.
U beschikt over tal van mogelijkheden om te plannen.
Zo kan u uw vermogen bijvoorbeeld bij leven regelen via een schenking. Indien u echter nog niet zo goed weet wie u wat wil geven, kan een testament steeds de oplossing bieden. Daar waar een schenking een definitieve regeling is, biedt een testament het voordeel dat u dit altijd nog kan aanpassen. Bovendien kan u in uw testament ook kiezen voor de opname van het fiscaal gunstige duo-legaat.
En wat betekent dit op fiscaal vlak?
Belangrijk om nog mee te geven is dat aan dit alles wel een fiscaal kostenplaatje hangt. De tarieven in Vlaanderen zijn afhankelijk van wat u juist onderneemt:
– schenking van roerende goederen aan ouders of aan broers en/of zussen of aan anderen;
– schenking van onroerende goederen aan ouders of aan broers en/of zussen of aan anderen;
– testament aan ouders of aan broers en/of zussen of aan anderen
Het is belangrijk dat u volledig geïnformeerd bent en zo de juiste afwegingen maakt van wat u zelf wil dat er met uw vermogen gebeurt. De juristen van aternio staan u graag om u te adviseren in deze materie. U kan ze hier contacteren.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.