Zorgvolmacht uitgebreid naar persoon en maatschap
In een eerdere bijdrage kwamen de basisprincipes van de zorgvolmacht reeds aan bod. Zoals het een goeie wetgever betaamd, schaaft men echter regelmatig het toepassingsgebied bij.
aternio biedt u graag een overzicht van enkele recente wijzigen, die niet onopgemerkt mogen blijven.
Persoonsgebonden uitbreiding van het toepassingsgebied
De zorgvolmacht gold oorspronkelijk om het beheer van de materiële aspecten van uw vermogen (roerende en/of onroerende goederen) te behartigen. De persoonsgebonden aspecten moesten apart geregeld worden. Hierdoor viel men vaak terug op bijzondere wetgeving.
De Wet van 21 december 2018 voorziet nu in een uitbreiding van het toepassingsgebied van de buitengerechtelijke bescherming. Vanaf 1 maart 2019 is het mogelijk om ook bepaalde persoonsgebonden aspecten via een zorgvolmacht te regelen. U zal nu ook kunnen vastleggen wie uw medische vertegenwoordiger zal zijn (binnen de voorziene wettelijke grenzen). Het gaat er bijvoorbeeld over om een persoon te laten opnemen in het ziekenhuis of het regelen van een plaats in een rust-en verzorgingstehuis.
Met een zorgvolmacht is het zo mogelijk om een alomvattende regeling te treffen voor het geval van wilsonbekwaamheid. Bij wijze van randbemerking kan (terecht) de vraag ontstaan of dit alles niet eerder te maken heeft met het vermogen van die persoon, anders dan met de zorg van de persoon.
Zorgvolmacht in combinatie met een maatschap
Dezelfde wet maakt nu ook een belangrijke koppeling van de regels inzake onbekwaamheid met de werking van een maatschap. Een grondige update van artikel 2003 van het Burgerlijk Wetboek (BW) diende zich aan. Het artikel stelt nu dat volmachten komen te vervallen wanneer de lastgever feitelijk onbekwaam wordt of wanneer sprake is van verkwisting in diens hoofde. Kleine randbemerking: wanneer er een zorgvolmacht is, vormt deze een specifieke uitzondering op voornoemd principe.
Artikel 2003 BW is ook voor maatschappen relevant omdat het mandaat van de zaakvoerder (lasthebber) als een lastgeving van de vennoten (lastgevers) gekwalificeerd wordt. Het nieuwe vennootschapsrecht bevestigt dit trouwens uitdrukkelijk. Bijgevolg zou dit kunnen betekenen dat, indien bijvoorbeeld één van de vennoten-kinderen (feitelijk) onbekwaam wordt, deze lastgeving een einde neemt.
Dit kon niet de bedoeling zijn en de wetgever heeft dit, gelukkig, ook niet laten gebeuren. Waar in principe een zorgvolmacht nodig zou zijn, biedt het nieuwe artikel 2003 BW ook de oplossing. Het artikel maakt duidelijk dat gewone volmachten in het kader van een maatschap kunnen blijven bestaan indien één van de vennoten onbekwaam wordt of zich in een staat van verkwisting bevindt.
Voorwaarde is wel dat dit uitdrukkelijk statutair werd bedongen. Indien de statuten op dat vlak niets voorzien, kan het mandaat van zaakvoerder dus mogelijks een einde nemen, indien één van de vennoten onbekwaam zou worden.
Conclusie
Het hoeft geen betoog dat het voor iedereen interessant is om een zorgvolmacht uit te werken. Mogelijk is het ook opportuun om bestaande zorgvolmachten aan een review te onderwerpen.
Het verdient verder ook absolute aanbeveling om de statuten van uw maatschap bij te sturen om alle mogelijke risico’s uit te sluiten. Op die manier is alles gecoverd door de standvastigheid van de statuten.
De juristen van aternio staan u graag bij in deze materie. U kan ze hier contacteren.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.