Zorgvolmacht in een internationaal kleedje?
De zorgvolmacht is in de loop der jaren uitgegroeid tot een basisbegrip in de beschermingsmaatregelen. Sinds de invoering van deze rechtsfiguur heeft ze al in vele situaties haar nut bewezen. Dit kan alleen maar bejubeld en gepromoot worden! De zorgvolmacht werd formeel in het leven geroepen met ingang vanaf 1 januari 2014. In een eerdere bijdrage hebben we u al ingewijd in deze wondere wereld van deze buitengerechtelijke beschermingstechniek. Ook de uitbreiding van het toepassingsgebied, kwam al eerder aan bod. In wat volgt gaan we even verder in op de uitwerking van de zorgvolmacht, in een internationale context.
Grensoverschrijdende regeling
Wanneer een casus een internationaal tintje krijgt, wordt u met allerlei regelgeving om de oren geslagen. Zo is er in België het Wetboek van Internationaal Privatrecht (W.IPR), Dat zal altijd het vangnet zijn en blijven. Echter, er zijn ook nog bijzondere regels. Zo moeten we, met ingang vanaf 1 januari 2021, ook rekening houden met het Verdrag van Den Haag over de internationale bescherming van volwassenen (hierna het “Verdrag van den Haag” of het “Verdrag”). België is namelijk toegetreden tot het Verdrag. Maar ook de Rome I-Verordening bestaat nog steeds. Ziet u door dat internationale bos de bomen nog?
Internationaal vraagstuk inzake zorgvolmacht
Het hoeft geen betoog dat al die verschillende regels er vaak toe hebben geleid dat het niet zo eenvoudig is om een antwoord op een internationaal vraagstuk te formuleren.
Voor 1 januari 2021
Voor de inwerkingtreding van het Verdrag van den Haag moest men eerst een kwalficatievraag beantwoorden. Wordt de zorgvolmacht in concreto gezien als een contract van lastgeving? Of ligt er eerder een beschermingsmaatregel op tafel? Het antwoord op de vraag, impliceert ook al meteen de toepasselijke rechtsbron.
Indien het document aanzien werd als een contract van lastgeving, dan was de Rome I-Verordening van toepassing.
Weerhield men de kwalificatie als beschermingsmaatregel, dan vielen we terug op de regels het het W.IPR.
Vanaf 1 januari 2021
Zorgvolmachten verleden vanaf voornoemde datum zullen onder toepassingsgebied van het Verdrag van den Haag vallen. Op basis van dat Verdrag zal het dan mogelijk zijn om het toepasselijke recht te bepalen. Uitgangspunt is dat het toepasselijke recht dat is van het land waar de volwassene op het moment van ondertekening van de zorgvolmacht, zijn gewone verblijfplaats heeft.
Het voorgaande geldt uiteraard niet indien er in de zorgvolmacht een uitdrukkelijke keuze voor de toepassing van een ander recht is opgenomen. In dat geval zal het gekozen recht toepassing vinden. Let wel, die keuzemogelijkheid is niet onbeperkt!
Artikel 15, tweede lid van het Verdrag van den Haag somt de rechtsstelsels op, waaruit men kan kiezen. Het gaat om het recht van de staat:
– waarvan de volwassene de nationaliteit bezit;
– waar de volwassene eerder zijn gewone verblijfplaats had;
– waar het vermogen van de volwassene is gelegen, met betrekking tot dat vermogen.
Die laatste optie spreekt tot de verbeelding. Het is dus mogelijk om in uw zorgvolmacht te kiezen voor meerdere rechtsstelsels en die toepasselijk te verklaren op het vermogensbestanddeel dat daar ter plaatse gelegen is.
We denken hierbij aan een persoon die niet enkel een woning in België heeft, maar ook graag in een eigen stulpje in het Zuiden vertoeft; maar ook graag een uitvalsbasis heeft in een skigebied. Voor alle verschillende (onroerende) goederen kan men dus het recht van de respectievelijke staten kiezen. Het zal ook dat recht zijn dat het bestaan, de omvang, de wijziging en het einde van de vertegenwoordiging in de zorgvolmacht regelen. Als dat maar goed komt…
Automatisme?
Het antwoord op de titelvraag is: nee. De toepassing van het Verdrag van den Haag is geen automatisme. Het vraagstuk dat men moest ontwarren voor de inwerkingtreding, blijft in zekere mate sluimerend aanwezig. Indien de lastgever (nog) niet ongekwaam is, en het dus om een contract van loutere lastgeving gaat, zal men nog steeds moeten terugvallen op de Rome I-Verordening.
Het is pas nadat de lastgever onbekwaam zal zijn, dat men kan teruggrijpen naar het Verdrag van den Haag.
Veiligheidshalve lijkt het dus aangewezen om, bij het maken van een rechtskeuze in een zorgvolmacht, van bij de start rekening te houden met de limitatieve lijst die het Verdrag van den Haag reeds voorziet.
Praktische toepassing en conclusie
Indien een buitenlandse zorgvolmacht opgemaakt is in overeenstemming met het door het Verdrag toepasselijke recht, dan zal deze in België uitwerking krijgen. Is dat niet het geval, dan plooien we ons terug op ons W.IPR om zo te beoordelen of de buitenlandse zorgvolmacht uitwerking kan krijgen.
Andersom geldt dat een Belgische zorgvolmacht, opgesteld overeenkomstig het Verdrag, sowieso uitwerking krijgt in landen die het Verdrag zelf ook geratificeerd hebben.
Voor landen die het Verdrag (nog) niet hebben geratificeerd zal het voorgaande vraagstuk blijven gelden. Zij grijpen terug naar hun eigen, nationale, regels van internationaal privaatrecht. Op die manier zullen zij dan beoordelen of de Belgische zorgvolmacht uitwerking kan krijgen… of niet…
Indien het internationaal aspect ver van uw bed staat, dan nog blijft de zorgvolmacht een buitengewoon belangrijke stapsteen in uw planningstraject. Onze juristen helpen u graag bij de totstandkoming van uw volmacht of bij een kritische analyse van uw bestaande zorgvolmacht.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.