Zorgcontract of schenking: slimme keuzes om familieruzies te voorkomen
Ouders hebben volgens artikel 203 van het Oud Burgerlijk Wetboek (OBW) de plicht om te voorzien in het onderhoud van hun kinderen. Dit betekent dat ouders verantwoordelijk zijn voor financiële steun en zorg tot hun kinderen voor zichzelf kunnen zorgen. Dit principe werkt ook omgekeerd: kinderen moeten hun ouders bijstaan wanneer zij behoeftig zijn (artikel 205 OBW). Deze wederzijdse verplichting is een weerspiegeling van familiale solidariteit.
Familiale solidariteit of natuurlijke verbintenis?
In de praktijk kan deze zorgplicht complex zijn. Zorg kan verschillende vormen aannemen, zoals boodschappen doen, huishoudelijke taken, medische zorg of zelfs huisvesting. Bij één kind is het duidelijk wie de zorg op zich neemt. Maar bij meerdere kinderen kan het lastig zijn om de zorg eerlijk te verdelen, wat soms leidt tot familiale spanningen. De zorg kan daarnaast ook een zware emotionele en financiële last vormen.
Het zorgen voor familieleden kan soms gezien worden als een natuurlijke verbintenis – een morele verplichting zonder wettelijke afdwingbaarheid. Maar wanneer er een wettelijke verplichting is, zoals in artikel 205 OBW, kan de zorg voor ouders niet als een natuurlijke verbintenis worden beschouwd. Artikel 208 OBW stelt echter dat de zorgplicht beperkt is naar het vermogen van de kinderen; zij moeten alleen zorg verlenen die ze financieel aankunnen.
De vraag is dan: wanneer overstijgt de geleverde zorg de 'normale lasten' en wordt het een natuurlijke verbintenis? Dit verschilt per geval en hangt af van de concrete omstandigheden.
Waarom nadenken over compensatie?
Als één kind meer zorgt dan de andere kinderen, rijst de vraag of compensatie nodig is. Zonder een testament wordt een erfenis namelijk gelijk verdeeld onder alle erfgenamen, ongeacht wie de meeste zorg heeft verleend. Daarom kan het nuttig zijn om een zorgovereenkomst op te stellen, waarin afspraken over zorg en vergoeding vastgelegd worden.
Wat is een zorgovereenkomst?
Een zorgovereenkomst is een contract waarin staat welke zorg wordt verleend, hoeveel de vergoeding bedraagt en hoe en wanneer deze wordt uitbetaald. De overeenkomst kan zeer uiteenlopende vormen van zorg bevatten, zoals boodschappen doen, koken, schoonmaken, financiën regelen, medische zorg geven of huisvesting bieden. Het is belangrijk om deze prestaties nauwkeurig te omschrijven om misverstanden te voorkomen.
Daarnaast moet worden afgesproken of de diensten vergoed worden, en zo ja, op welke manier. Dit kan bijvoorbeeld per taak of op wekelijkse of maandelijkse basis. De betaling kan periodiek plaatsvinden of in één keer.
Voorbeeld: Marianne heeft twee dochters: Anja en Bea. Dochter Anja verzorgt Marianne en neemt de meeste huishoudelijke taken op zich, terwijl dochter Bea al jaren geen contact meer heeft met haar moeder. Om Anja eerlijk te compenseren voor haar hulp, stelt Marianne een zorgcontract op waarin een maandelijkse vergoeding is opgenomen.
Eenmalige uitbetaling: waar moet je op letten?
Soms kiezen partijen voor een eenmalige uitbetaling, bij het begin of einde van de zorgovereenkomst. Als de uitbetaling aan het begin plaatsvindt, kan dit worden gezien als een kansovereenkomst (artikel 1964 OBW). Hierbij hangt de vergoeding af van een onzekere gebeurtenis, namelijk de resterende levensduur van de zorgbehoevende. Komt deze persoon snel te overlijden, dan is er mogelijk ‘te veel’ betaald. Leeft de zorgbehoevende echter lang, dan is er wellicht 'te weinig' betaald.
Bij een eenmalige betaling aan het einde van de zorgovereenkomst (bij overlijden) ontstaat de vraag of deze vergoeding deel uitmaakt van het passief van de nalatenschap en dus onderhevig is aan erfbelasting.
Wordt de vergoeding deel van de nalatenschap?
Artikelen 2.7.3.4.1 en verder van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) bepalen welke schulden worden erkend als passief van de nalatenschap. In principe worden schulden aangegaan in het voordeel van een erfgenaam niet als passief beschouwd (artikel 2.7.3.4.4 VCF). Als er dus afgesproken wordt om de vergoeding pas bij overlijden uit te betalen, wordt dit bedrag meestal gezien als onderdeel van de nalatenschap en blijft het onderworpen aan de erfbelasting.
Echter, artikel 2.7.3.4.4, vierde lid VCF biedt twee uitzonderingen:
- Als de echtheid van de schuld wordt bewezen.
- Als de schuld verband houdt met de verkrijging, verbetering, het behoud of het opnieuw verkrijgen van een goed dat tot de nalatenschap behoort.
Bewijs van echtheid: Om aan te tonen dat de schuld echt is en bij overlijden nog bestaat, is een zorgcontract noodzakelijk. Een loutere schulderkenning in een testament volstaat niet. Wordt de vergoeding als schuld van de nalatenschap erkend, dan is er geen erfbelasting verschuldigd.
Toegepast op het voorbeeld: Als Marianne en dochter Anja afspreken dat de betaling pas bij overlijden plaatsvindt, moet dochter Anja kunnen bewijzen dat de schuld echt is. Dit kan via het zorgcontract. In dat geval wordt de vergoeding niet als deel van de nalatenschap beschouwd en is er geen erfbelasting verschuldigd.
Vermomde schenking: risico's
Een ander risico is dat de vergoeding wordt gezien als een vermomde schenking. Dit is een schenking waarbij er officieel sprake lijkt te zijn van een tegenprestatie, maar er in werkelijkheid geen (of nauwelijks) een tegenprestatie is. Bij een vermoeden van veinzing kan de rechter inbreng of inkorting van de schenking bevelen (artikel 4.83 BW).
Zorgcontract of geregistreerde schenking?
Omdat de kwalificatie van de zorgvergoeding als schuld van de nalatenschap niet altijd zonder problemen verloopt, kan een geregistreerde schenking een alternatief zijn. Bij een schenking via notariële akte betaal je een vast tarief van 3% schenkbelasting, ongeacht het bedrag. Dit is vaak voordeliger dan de erfbelasting die geldt wanneer de vergoeding deel uitmaakt van de nalatenschap.
Een zorgbehoevende kan schenken onder voorwaarden, zoals het verlenen van zorg. Dit biedt dezelfde zekerheid voor zorgverlening als een zorgcontract, maar met het fiscale voordeel van het vaste schenkbelastingtarief.
Conclusie
Kinderen moeten naar vermogen zorgen voor hun ouders, maar zodra de zorg de ‘normale lasten’ overstijgt, kan het gezien worden als een natuurlijke verbintenis. Een zorgovereenkomst kan helpen om duidelijkheid te scheppen over de te leveren zorg en de vergoeding.
Echter, zo'n zorgcontract biedt niet altijd fiscale zekerheid. Daarom kan een geregistreerde schenking een beter alternatief zijn, vooral wanneer er voorwaarden aan worden gekoppeld die de zorg garanderen. Dit zorgt voor fiscale voordelen (3% schenkbelasting) en kan de zorgverlening op een transparante en voordelige manier regelen.
Wil je jouw familiale zorg- en/of vermogensplanning waterdicht maken? aternio helpt je graag met deskundig advies en maatwerk.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.