Waarom een voordeel niet zomaar een divers inkomen is...
De stelling is misschien een beetje vreemd, toch is ze uit het fiscale leven gegrepen. Het gebeurt soms dat iemand privé een goed, roerend of onroerend van aard, koopt aan een prijs die merkelijk lager is dan de normale marktwaarde. Dit geluk is u misschien ook al overkomen. Het is niet ondenkbeeldig dat het oog van de fiscus valt op dergelijke transactie. Kan de fiscus een voordelige privé-aankoop kwalificeren als een abnormale verrichting van beheer die vervolgens aanleiding geeft tot een taxatie als divers inkomen?
Divers inkomen: onbelastbaarheid versus belastbaarheid
Het fiscale basisprincipe is de principiële belastingvrijstelling van meerwaarden gerealiseerd binnen het normaal beheer van privévermogen. Evenwel voorziet het fiscaal wetboek uitzonderingen. Zo zijn er bepalingen voorzien voor diverse inkomsten die het gevolg zijn van een abnormale verrichting.
In het fiscaal wetboek is er namelijk een art. 90, 1° WIB’92 dat expliciet ‘winst of baten’ viseert. Dit specifiek artikel beoogt inkomsten te belasten waarbij de belastingplichtige heeft gehandeld met een winstoogmerk. Het is gelukkig quasi vaste rechtspraak om de belastbare grondslag te beperken tot het deel van de ‘meerwaarde’ dat uitsluitend voortspruit uit de abnormale verrichting. De fiscus moet ook aantonen dat een handeling buiten het normale beheer van privévermogen valt.
Weet wel dat er onder andere voor bepaalde meerwaarden op onroerende goederen en meerwaarden op aandelen een loskoppeling is van het winst- of opbrengstbegrip van art. 90, 1° WIB’92. Zij volgen een eigen fiscaal traject waarbij het meerwaardebegrip wordt gehanteerd en niet het winstbegrip. Het is de intrinsieke waarde die telt en niet enkel de ‘meerwaarde’ die het gevolg is van de abnormale verrichting. Dit is echter voer voor een andere bijdrage.
Hypothetische versus werkelijke winst
Een belasting als divers inkomen op basis van art. 90, 1° WIB’92 vereist winst of baten uit toevallige of occasionele prestaties, verrichtingen of speculaties. Dit kan enkel als deze gerealiseerd zijn buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid en, zoals eerder gesteld, zich afspelen buiten het normaal beheer van een privévermogen.
Het absolute vertrekpunt om hoegenaamd tot belasting te kunnen overgaan is vanzelfsprekend het winstgegeven. De toepassing van art. 90, 1° WIB’92 vereist werkelijke winst of baten. Het fiscaal wetboek definieert beide begrippen uitdrukkelijk in art. 24 en 27. Er is echter meer. Het is bovendien noodzakelijk dat de winst of baten voortkomen uit enige prestatie, verrichting, speculatie of uit diensten bewezen aan derden. Wat nu met toekomstige winst of baten?
De Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel legt het in haar vonnis van 14 september 2020 haarfijn uit. Hypothetische of toekomstige winst of baten zijn niet gevat door art. 90,1° WIB’92. Het louter hebben van een prijsvoordeel bij een aankoop, zelfs al is er sprake van een abnormale verrichting, is onvoldoende. Het vonnis maakt duidelijk dat het voordeel zich moet hebben veruitwendigd in werkelijke winst of baten. Kortom, een voordeel uit een abnormale verrichting op zich is onvoldoende om als divers inkomen belastbaar te zijn.
Conclusie
Het privé aankopen van een goed tegen abnormaal lage prijs zonder dat dit wordt gevolgd door de realisatie van winst of baten is onvoldoende om de verrichting, in casu het prijsvoordeel, op basis van art. 90, 1° WIB’92 als divers inkomen te belasten in de personenbelasting.
Toekomstige en louter hypothetisch winst of baten kaderen namelijk niet binnen de scope van dit fiscaal wetsartikel. Zolang dergelijk goed zich in het privé vermogen bevindt is er de facto geen veruitwendiging van winst of baten en dus ook geen personenbelasting verschuldigd door de koper. Opgelet: het is niet uitgesloten dat de fiscus opteert om de abnormale transactie te belasten bij de verkoper.
Onze belastingadviseurs en fiscalisten staan graag klaar voor fiscaal advies. Contacteer ons voor een (second) opinion.
Bron: Rb. Brussel (Nl.) 14 september 2020, Fisc. Koerier, 2020, nr. 18, p. 423
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.