Vrijwilligerswerk: over (niet) belastbare vergoedingen en rsz
Vrijwilligerswerk vormt het warme hart van de gemeenschap. Het is mooi om te weten dat er steeds mensen zijn die zich willen engageren voor bepaalde initiatieven.
Hoewel het principe van het vrijwilligerswerk is dat dit onbezoldigd wordt uitgevoerd, mogen er uiteraard wel vergoedingen worden gegeven.
Zijn die vergoedingen belast? Worden er ook rsz-bijdragen van afgehouden? We zetten het even voor u op een rijtje.
Grensbedragen voor vrijwilligers vanaf 1 januari 2017
Recent werden de nieuwe grensbedragen voor vrijwilligers bekendgemaakt, voor het aanslagjaar 2018.
Vanaf 1 januari 2017 mogen de vergoedingen voor vrijwilligers 33,36 euro per dag en/of 1.334,55 euro per jaar bedragen.
Wanneer de vergoedingen die uitbetaald worden aan de vrijwilligers kunnen gecatalogeerd worden als forfaitaire terugbetalingen van hun kosten en wanneer die de voornoemde maximumbedragen niet overschrijden, mag worden aangenomen dat feitelijk de werkelijk gemaakte kosten dekken. In dat geval zijn de vergoedingen niet belastbaar.
Interessant om te weten is dat er, naast die forfaitaire vergoeding, ook een terugbetaling kan gebeuren van de werkelijk bewezen vervoerskosten en dit tot maximum 2.000 kilometer per jaar.
RSZ-bijdragen?
Principieel zijn er geen rsz-bijdragen verschuldigd op de vergoedingen die een vrijwilliger ontvangt.
Maar, op elke regel is een uitzondering, zo blijkt uit een arrest van het Hof van Cassatie.
Het Hof van Cassatie heeft daarbij duidelijk gemaakt dat er voor de kwalificatie van een activiteit als zijnde “arbeid”, overeenkomstig de relevante wetgeving, geen rekening moet worden gehouden met de doelstelling van de inkomstenverwerving of met de waarde van de vergoeding.
De rechtsleer hield in het verleden namelijk vaak voor dat, bijvoorbeeld, vrijwilligerswerk niet moet worden aanzien als effectieve “arbeid”. Welnu, het Hof van Cassatie maakt brandhout van voornoemd standpunt.
In een arrest van 10 maart 2014 stelt het Hof zonder omwegen dat bij de kwalificatie als “arbeid”, in de zin van de Arbeidsovereenkomstenwet, absoluut geenr ekening moet worden gehouden met het feit dat het werk wordt uitgevoerd als vrijetijdsbesteding en of de vergoeding voor dit werk in waarde beperkt is.
De betrokken vzw is actief in het organiseren van allerlei evenementen en schakelt daarbij vrijwilligers in voor allerhande taken, zoals het controleren van tickets en de toegang tot de backstage-ruimte. De vergoeding voor het werk bestaat uit gratis inkom tot het evenement, drank- en eetbonnetjes en activiteitenbonnen voor de aankoop van cd’s of t-shirts. De vereniging is omwille van haar commerciële doelstelling onderworpen aan vennootschapsbelasting en de vrijwilligers vallen niet onder de uitsluiting van rsz-bijdragen tot een bepaald maximumbedrag van de vergoeding.
Verenigingen, in het bijzonder deze, die flirten met het begrip “winstoogmerk”, moeten zeker rekening houden met dit arrest.
Vzw’s die hun vrijwilligers vergoeden, in geld of in natura (bonnetjes, gratis toegang,…) lopen het gevaar dat deze vergoeding effectief als loon zal worden beschouwd!
Bovendien dient er rekening mee gehouden te worden dat niet alleen de rsz-bijdragen een domper op de vreugde kunnen zijn, maar dat de (her-)kwalificatie als arbeidsovereenkomst ook nog andere verplichtingen met zich mee zal brengen!
Bron: Cass. 10 maart 2014, NjW 2014, 547.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.