Verzekeringsgift: Vlabel taxeert met erfbelasting
Op advies van uw huisbankier heeft u een deel van uw vermogen geïnvesteerd in een spaar en/of beleggingsverzekering (tak 21, tak 23 of tak 44). De polis is zo opgesteld dat het gespaarde kapitaal bij uw overlijden zal uitgekeerd worden aan uw enige dochter.
Met de door u gestorte premies bouwt u met andere woorden een kapitaal op dat bij uw overlijden aan haar zal uitgekeerd worden. Hierop zal erfbelasting betaald moeten worden. Dit zint u niet en overweegt een verzekeringsgift te doen. Maar welke fiscale gevolgen zijn hieraan verbonden?
Verzekeringsgift
Bij een verzekeringsgift zal u als verzekeringsnemer al uw rechten ten kosteloze titel overdragen aan de persoon die voorheen als begunstigde in de polis werd aangeduid. Het gaat met andere woorden om de overdracht van een schuldvordering ten kosteloze titel. Op die manier wordt het beding ten behoeve van een derde, dat de rechtstreekse aanleiding is om de uitkering van het kapitaal bij uw overlijden aan uw dochter te belasten met erfbelasting, omgezet in een beding ten behoeve van zichzelf.
Een beding ten behoeve van zichzelf is immers in principe niet onderhevig aan erfbelasting bij overlijden van de verzekerde. Dit is alleszins zo indien u eerst het geld had geschonken aan uw dochter, waarna zij zelf een verzekeringspolis zou onderschrijven en zichzelf als begunstigde zou aanduiden. Maar ook indien dit via een verzekeringsgift geschiedde, oordeelde de rechtsleer, en in haar kielzog, de federale dienst Patrimoniumdocumentatie, dat er sprake is van een beding ten behoeve van zichzelf.
Standpunt Vlaamse Belastingadministratie
Groot is echter uw verbazing wanneer uw fiscaal adviseur u nu meedeelt dat uw dochter alsnog erfbelasting zal moeten betalen bij uw overlijden. De Vlaamse Belastingadministratie (Vlabel) houdt er immers een andere gedachtegang op na als de rechtsleer en haar federale collega’s.
Volgens Vlabel ontstaan bij het afsluiten van een beleggingsverzekering twee verschillende rechtsverhoudingen, met name enerzijds de band tussen de verzekeringsnemer en de verzekeringsmaatschappij, en anderzijds de band tussen de maatschappij en de begunstigde.
De verzekeringsgift zou volgens Vlabel slechts betrekking hebben op de band tussen de verzekeringnemer en de maatschappij, en de daaraan verbonden rechten en plichten (oa. de verplichting om de premies te betalen, het recht op afkoop en het recht om een begunstigde aan te duiden). Het zou dus geen invloed hebben op de juridische band tussen de maatschappij en de begunstigde, die bestaat uit de verplichting voor de maatschappij het beloofde kapitaal uit te keren.
Het voorwerp van de verzekeringsgift zou bijgevolg niet hetzelfde zijn als het voorwerp van de verbintenis tussen de verzekeringsmaatschappij en de begunstigde. De rechten op de polis worden geschonken, maar het recht op de verzekeringsprestatie wordt daarbij niet mee geschonken. Bijgevolg zou het nog steeds gaan om een beding ten behoeve van een derde dat belastbaar is in de erfbelasting. Zelfs indien schenkbelasting geheven werd op de verzekeringsgift, zal bij overlijden van de initiële verzekeringnemer erfbelasting verschuldigd zijn. De schenkbelasting is in dat geval evenmin verrekenbaar met de erfbelasting.
Conclusie
Hoewel het nieuwe standpunt op een aantal vlakken bekritiseerd kan worden, is het toch aangewezen dat u er rekening mee te houdt. Het zou immers jammer zijn mocht bij uw overlijden op de uitkering van het kapitaal aan uw dochter alsnog erfbelasting verschuldigd zijn. Dit is dubbel jammer wanneer u bij de verzekeringsgift zelf reeds schenkbelasting zou hebben betaald.
U zou er ook kunnen voor opteren de erfbelasting aan te vechten maar dan bent u voor jaren vertrokken voor een juridische strijd voor de rechtbank.
Neem gerust contact op met onze adviseurs mocht u in het verleden dergelijke polis onderschreven hebben of een verzekeringsgift hebben gedaan.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.