Verminderde roerende voorheffing en inbreng aandelen in maatschap?
Heeft u nog recht op verminderde roerende voorheffing (VVPRbis) nadat u de aandelen van uw vennootschap heeft ingebracht in een maatschap? We lichten het voor u toe.
VVPRbis-voorwaarden
In principe betaalt u 30% roerende voorheffing op de uitkeringen van dividenden uit uw vennootschap.
Echter, aandelen die werden uitgegeven sinds 1 juli 2013 kunnen onder bepaalde voorwaarden aan slechts 15% worden uitgekeerd. Zo moet het onder meer gaan om kleine vennootschappen, aandelen op naam, inbrengen in geld, volstorting, minimumkapitaal én moeten de aandelen ononderbroken worden aangehouden in volle eigendom vanaf de inbreng.
Met uitzondering van de naamloze vennootschap is de kapitaalvereiste verdwenen in het nieuwe Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV). Hierover verder meer.
Het tarief van 15% roerende voorheffing is van toepassing op dividenden verleend of toegekend uit de winstverdeling vanaf het derde boekjaar.
Het tarief van 15% blijft ook van toepassing bij :
-een overdracht van volle eigendom in rechte lijn of tussen echtgenoten via schenking of vererving
-een overdracht in rechte lijn of tussen echtgenoten die het gevolg is van een wettelijke erfopvolging of een erfopvolging op een wijze die gelijkaardig is aan de wettelijke erfopvolging
Inbreng aandelen in maatschap
In het kader van familiale successieplanning worden aandelen vaak ingebracht in een maatschap. De vraag stelt zich wel of het VVPRbis-regime daarmee niet verloren gaat.
Goed nieuws ! De Rulingcommissie (ruling nr. 2018.0467 van 26 juni 2018) heeft bevestigd dat het VVPRbis-voordeel niet verloren gaat indien de aandelen in volle eigendom werden ingebracht. De maatschap is immers volledig transparant, de aandelen blijven van de originele aandeelhouder en de inkomsten ervan blijven aan de aandeelhouder toekomen.
Let op bij schenking in blote eigendom
Zoals gezegd moeten de aandelen ononderbroken worden aangehouden in volle eigendom. Een inbreng in volle eigendom lijkt dus geen probleem te vormen voor de toepassing van VVPRbis.
Maar let op, het VVPRbis-regime gaat wellicht wel verloren indien men eerst de blote eigendom van de aandelen wegschenkt en vervolgens de blote eigendom en het vruchtgebruik van de aandelen inbrengt in de maatschap.
Ook de inbreng van de aandelen in volle eigendom in de maatschap, gevolgd door een schenking van de blote eigendom van de deelbewijzen van de maatschap zal problematisch zijn voor VVPRbis.
Wat met het nieuw Wetboek van vennootschappen en verenigingen?
Onder het oude Wetboek van vennootschappen waren vennootschappen zonder minimumkapitaal uitgesloten van het VVPRbis-gunstregime.
Het nieuwe WVV heeft het vennootschapsrechtelijk kapitaalbegrip, behalve voor de naamloze vennootschap, afgeschaft. Daardoor is ook op fiscaal vlak de voorwaarde van het minimumkapitaal voor VVPRbis afgeschaft. Een minimumkapitaal is dus ná 1 mei 2019 niet langer vereist voor de toepassing van VVPRbis.
Conclusie
Wie de VVPRbis-regeling wil behouden zal zijn ambities op het vlak van successieplanning moeten bijstellen. Het maken van de juiste afweging is, zoals zo vaak, van bijzonder belang.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.