Verlegging van btw-heffing en douanerechten bij invoer: boekhoudkundige verwerking
De Commissie voor boekhoudkundige normen bespreekt in haar advies 2017/05 de boekhoudkundige verwerking van de btw bij invoer wanneer het stelsel van de verlegging van de heffing van btw kan worden toegepast en de boekhoudkundige verwerking van douanerechten.
Er is sprake van invoer wanneer goederen worden aangekocht in een niet-EU-land en naar binnen de Europese Unie worden vervoerd.
Verlegging van btw-heffing
De invoer met verlegging van de heffing mag enkel toegepast worden door ondernemingen die over een ad-hoc invoervergunning beschikken die is verleend door de Minister van Financiën.
De houder van voormelde invoervergunning zal de btw bij invoer van goederen dan niet onmiddellijk moeten voldoen op het tijdstip van de aangifte ten verbruik. Zij is evenwel verplicht om de btw als verschuldigde (en desgevallend als aftrekbare) belasting op te nemen in haar eerstvolgende periodieke btw-aangifte (van het tijdvak waarin de aangifte ten verbruik van de ingevoerde goederen door de douane werd aanvaard).
De invoer met verlegging van heffing betekent bijgevolg dat er geen btw-uitgave is in hoofde van de onderneming.
Een vergunning voor invoer met verlegging van heffing kan aangevraagd worden via het aanvraagformulier ET14000A. Dit formulier kan worden gedownload via MyMinfin (‘Interactieve diensten’ > ‘formulieren’ > ‘Identificatienummer’: ET14000A).
Het ingevulde formulier dient opgestuurd te worden naar:
Federale Overheidsdienst Financiën
Algemene Administratie van de Fiscaliteit
Centrale diensten
Dienst Operationele Expertise en Ondersteuning
Dienst btw
Koning Albert II-laan 33, bus 281
1030 Brussel
Boekhoudkundige verwerking invoer met verlegging btw
Afhankelijk of de ingevoerde goederen een investering, de aankoop van handelsgoederen of diensten en diverse goederen betreft, wordt de boeking:
4111 Btw op aankopen
2.. Materiële vaste activa/ of 604 Aankoop van handelsgoederen /of 61 Diensten en diverse goederen
aan 440 Leveranciers
aan 451X BTW op invoer met verlegging van de heffing
Indien de onderneming niet over een vergunning voor verlegging van btw bij invoer beschikt, zal de verschuldigde btw onmiddellijk moeten betaald worden in de EU-lidstaat waar de goederen worden ingevoerd, ofwel aan de douane bij inklaring van de goederen, ofwel aan uw douane-expediteur op het moment van invoer van de goederen in België.
In dit geval staat het btw-bedrag en de overeenstemmende maatstaf van heffing dat moet opgenomen worden in de periodieke btw-aangifte op het invoerdocument (B00 van vak 47) vermeld.
Boekhoudkundige verwerking van douanerechten
Uit hoofde van de geldende douanewetgeving (art. 201 tot 206 van het Communautair douanewetboek) dient op de invoer van bepaalde (handels)goederen een bedrag aan invoervoerrechten betaald te worden.
De Commissie adviseert om deze bijkomende kosten op dezelfde wijze te behandelen als de hoofdsom die voor de aanschaffing van de betrokken activa werd betaald.
“De aanschaffingsprijs omvat, naast de aankoopprijs, de bijkomende kosten zoals niet terugbetaalbare belastingen en vervoerkosten” (art. 36, 1ste lid KB W.Venn.).
De betaling van douanerechten dient als volgt in de boekhouding verwerkt te worden:
4110 Btw op aankopen
604 Aankoop van handelsgoederen
aan 440 Leveranciers
aan 451X Btw op invoer met verlegging van de heffing
aan 452X Andere Belgische belastingen
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.