Uw vennootschap en huwelijk: let op bij het oppotten van beroepsinkomsten!
We keren even terug naar 1 september 2018. Een belangrijke peildatum, want sindsdien is het nieuw huwelijksvermogensrecht in werking getreden. Dit heeft ook belangrijke financiële implicaties voor de gelden in uw vennootschap. Heeft u een eigen beroepsvennootschap en bent u gehuwd onder een gemeenschapsstelsel? Lees dan zeker verder…
Gemeenschapsstelsel
Indien u getrouwd bent zonder een huwelijkscontract valt u onder het wettelijk stelsel, zijnde het meest voorkomende gemeenschapsstelsel.
Concreet is er dan sprake zijn van 3 vermogens: uw eigen vermogen, dat van uw echtgenoot en een gemeenschappelijk vermogen. Al hetgeen u reeds had vóór uw huwelijk, of verkrijgt via erfenis of schenking blijft in uw eigen vermogen. Al hetgeen u tijdens uw huwelijk verwerft, behoort tot het gemeenschappelijk vermogen. Ook inkomsten die worden verkregen uit eigen vermogen behoren steeds tot de gemeenschap.
Aandelen verkregen met gemeenschappelijke gelden: ‘titre et finance’
Indien de verkrijging van aandelen in een vennootschap met geld uit de gemeenschap zijn betaald en ingeschreven op naam van één echtgenoot, zullen de lidmaatschapsrechten (‘titre’) van deze aandelen toebehoren aan het eigen vermogen van die ene echtgenoot (art. 2.3.19, §1, 5° BW). Het moet daarbij gaan hetzij om een vennootschap die onderworpen is aan wettelijke of statutaire regels, zoals een besloten vennootschap (BV), hetzij om een vennootschap waarin enkel die echtgenoot zijn professionele activiteit als zaakvoerder uitoefent.
De vermogenswaarde (‘finance’) van diezelfde aandelen behoren daarentegen toe aan het gemeenschappelijk vermogen van beide echtgenoten.
Aandelen verkregen met eigen gelden
Indien u echter aandelen bezat vóór uw huwelijk, of aandelen tijdens uw huwelijk heeft verworven via schenking van uw ouders of erfenis, dan behoren deze aandelen tot uw eigen vermogen.
In praktijk gebeurt het vaak dat deze echtgenoot zich weinig loon of dividend uitkeert en de beroepsinkomsten gaat oppotten in de eigen beroepsvennootschap. Op zich hoeft dit – tijdens het huwelijk – geen probleem te zijn.
Nieuwe vergoedingsregel
Echter, bij de ontbinding van het huwelijk (echtscheiding) onder een gemeenschapsstelsel zullen de 3 vermogens met elkaar moeten afrekenen wanneer het ene vermogen zich heeft verrijkt ten koste van een ander vermogen, dat zich heeft verarmd. In het scenario waarbij men een beroep uitoefent middels een vennootschap waarvan de aandelen eigen zijn, kan een financieel twistpunt ontstaan.
Het nieuwe artikel 2.3.44, §1 en 2 BW wil deze ongelijkheid herstellen met een vergoedingsregel.
Bij ontbinding van het huwelijk zal worden afgerekend: het rijker geworden vermogen (zijnde het eigen vermogen van de ene echtgenoot) zal aan het verarmde vermogen (zijnde het gemeenschappelijk vermogen) een vergoeding verschuldigd zijn, op deze manier wordt het evenwicht tussen de echtgenoten weer hersteld.
Let op met oppotten
Zo zal ook het oppotten van alle inkomsten in de eigen beroepsvennootschap – in plaats van deze te gebruiken voor het gezin – op basis van de nieuwe vergoedingsregel, kunnen leiden tot een recht op een vergoeding aan het gemeenschappelijk vermogen bij echtscheiding. De vergoeding zal enkel betrekking hebben op het te veel opgepotte vermogen uit de professionele vennootschap.
De wet bepaalt in het bijzonder dat een vergoeding is verschuldigd voor de netto beroepsinkomsten die het gemeenschappelijk vermogen niet heeft ontvangen en redelijkerwijze had kunnen ontvangen, als het beroep niet binnen een vennootschap was uitgeoefend.
Deze vergoedingsregeling vormt de wettelijke bekrachtiging van vaststaande rechtspraak.
Door deze wettelijk regeling wil men vermijden dat de gemeenschap, i.e. het gezin, wordt benadeeld omdat u uw beroepsactiviteit uitoefent via een vennootschap die tot uw eigen vermogen behoort. Indien u immers geen vennootschap had, maar een eenmanszaak, dan zouden de beroepsinkomsten immers ook gemeenschappelijk zijn geweest.
Werking in de tijd
De nieuwe vergoedingsregel geldt voor echtgenoten die gehuwd zijn ná de peildatum van 1 september 2018. Voor zij die reeds gehuwd waren op 1 september 2018 kan de huwgemeenschap zich slechts beroepen op de vergoedingsregeling voor de ‘mislopen’ inkomsten vanaf 1 september 2018.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.