Samenwonen of niet: hoe streng is het echtelijke dak?
Verliefd, verloofd, getrouwd. Huisje, tuintje, kindje. Spreekwoorden in overvloed. “Onder traditionele omstandigheden” sluiten die vlekkeloos aan op elkaar. Maar wat logisch en natuurlijk is voor de ene, is dat niet voor de andere. Zo zijn sommige koppels overtuigd van hun liefde voor elkaar, bezegelen ze dat met een huwelijk, maar continu met elkaar onder hetzelfde dak samenwonen is de spreekwoordelijke brug te ver.
Kan u tijdens het huwelijk elk een apart domicilieadres hebben? Of (aangezien we toch met spreekwoorden aan het goochelen zijn) steekt de wetgever daar een stokje voor ?
Wat zegt de wet?
Het Burgerlijk Wetboek (BW) regelt de rechten en plichten voor gehuwden. Dit vormt het huwelijksvermogensrecht en is terug te vinden in de artikels 203 tot en met 224 BW. Voornoemde artikels vormen het primair stelsel, wat wil zeggen dat deze dwingend van toepassing zijn op alle echtgenoten. Hierop zijn geen afwijkingen mogelijk.
Artikel 213 BW omvat onder meer het samenwonen en valt middenin die dwingende regels. Dit artikel stelt letterlijk: “Echtgenoten zijn jegens elkaar tot samenwoning verplicht; zij zijn elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd.”
Om het even technisch te benaderen: wanneer regels van dwingend recht geschonden zijn, is dit op straffe van nietigheid. Persoonsrechtelijke aspecten zijn van openbare orde, ze raken aan de essentiële elementen van de samenleving, waardoor de sanctie een absolute nietigheid is. Vermogensrechtelijke aspecten zijn van dwingend recht en vallen onder de sanctie van de relatieve nietigheid, ze raken enkel de persoonlijke belangen van de echtgenoten).
Een schending van de regels van het primair huwelijksvermogensrecht valt met andere woorden onder de sanctie van de relatieve nietigheid. Door het relatief karakter is het mogelijk om de nietige rechtshandeling later nog te bevestigen. In tegenstelling tot de absolute nietigheid mag de rechter deze nietigheid niet uitspreken tenzij een partij hem hierom verzoekt.
Wat doet de praktijk?
In de praktijk kiezen echtgenoten er soms bewust voor om het eerste deel van artikel 213 BW te vergeten en dus toch apart te blijven wonen. De redenen om niet te gaan samenwonen kunnen divers zijn. Gezien de beide echtgenoten het hierover eens zijn, en de nietigheidsgrond dus niet inroepen, is er in eerste instantie geen vuiltje aan de lucht.
Maar wat niet is, kan echter wel nog komen. Wat als één van de echtgenoten de echtscheiding wil instellen?
Feitelijke scheiding
Omwille van het aparte domicilie vallen de echtgenoten principieel onder het systeem van de feitelijke scheiding.
Maar, wanneer deze feitelijke scheiding een bepaalde periode duurt, kan dit een grond vormen tot effectieve echtscheiding. Eén van de echtgenoten kan die vordering helemaal alleen instellen zodra de feitelijke scheiding meer dan 1 jaar duurt. Basis van de echtscheiding: de onherstelbare ontwrichting van het huwelijk.
Even halt houden: is dit effectief zo zwart-wit? Nee, er is geen sprake van een feitelijke scheiding ingeval van een tijdelijke verwijdering van de woonplaats. Zelfs niet wanneer zij langere tijd duurt zoals bij een verwijdering als gevolg van de beroepswerkzaamheid, ziekte, verblijf in de gevangenis, verblijf in het ziekenhuis of in een psychiatrische inrichting of in andere gelijkaardige omstandigheden.
De feitelijke scheiding vereist dus zowel een materieel element, het apart wonen, als een intentioneel element, de wil in hoofde van minstens 1 echtgenoot om geen levensgemeenschap meer te vormen met de mede-echtgenoot.
Al het voorgaande smelt weg als sneeuw voor de zon, indien u toch terug zou gaan samenwonen.
Hoe bekijkt de fiscus dit?
Als u in een bepaald jaar feitelijk gescheiden bent, moet u in principe het volgende jaar nog een gezamenlijke aangifte indienen.
Afhankelijk van hoe de situatie van de feitelijke scheiding ontstaan is, zal dit niet altijd zo makkelijk zijn. Om hieraan tegemoet te komen, aanvaardt de administratie echter twee afzonderlijk ingediende aangiften. In dat geval zullen zij de gegevens van de twee aangiften zelf samenbrengen om toch 1 enkele gemeenschappelijke aanslag te kunnen vestigen.
Bij de online-aangifte via Tax-on-web is het voor het jaar van feitelijke scheiding alleen mogelijk om een gezamenlijke aangifte in te dienen. Als u dus twee afzonderlijke aangiften wil indienen, zal dit op papier moeten gebeuren.
Bijkomend “weetje” is dat de fiscus kan eisen dat u bijdraagt in de betaling van de belastingen van uw echtgenoot, ook al bent u feitelijk gescheiden. Dit zal afhankelijk zijn van de aard van zowel het huwelijksstelsel en deze van de belasting. In een volgende bijdrage wordt hierop dieper ingegaan..
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.