Register voor huwelijksovereenkomsten
Testamenten worden al geruime tijd opgeslagen in een speciaal daartoe bestemd centraal register, het zogenaamde Centraal Register van Testamenten. De wetgever heeft nu ook een gelijkaardige databank ingevoerd voor huwelijkscontracten en samenlevingscontracten onder de naam “Centraal huwelijksovereenkomstenregister”.
Draagwijdte
Niet alleen de eigenlijke huwelijksovereenkomsten en hun wijzigingen zullen worden opgenomen in het huwelijksovereenkomstenregister, maar ook alle uitspraken van de hoven en rechtbanken over huwelijksovereenkomsten en huwelijksstelsels vallen onder de registratieverplichting.
Wie niet gediend is met de opname van zijn huwelijkscontract in het huwelijksovereenkomstenregister, en denkt de wetgever te slim af te zijn door wettelijk te gaan samenwonen en een samenlevingsovereenkomst af te sluiten, is eraan voor de moeite. Samenlevingsovereenkomsten dienen immers ook opgenomen te worden in het huwelijksovereenkomstenregister.
De opname van de huwelijks -en samenlevingsovereenkomsten in het Centraal huwelijksovereenkomstenregister heeft als voornaamste doelstelling de informatie te centraliseren en ter beschikking te stellen van belanghebbende derden. Zo zouden bijvoorbeeld schuldeisers het Centraal huwelijksovereenkomstenregister kunnen consulteren om na te gaan op welk(e) vermogen(s) zij hun verhaalsrechten kunnen uitoefenen.
Belanghebbende partij
In principe is het Centraal huwelijksovereenkomstenregister raadpleegbaar voor iedereen. Gelet op het feit dat een huwelijks -of samenlevingsovereenkomst een loutere privé aangelegenheid is, moet de toegang tot deze gegevens beperkt worden.
Om te vermijden dat de gegevens door iedereen raadpleegbaar zijn, heeft de wetgever de voorwaarde gesteld dat diegene die de gegevens wenst te raadplegen, een voldoende belang moet kunnen aantonen. De term “belang” is echter een vaag begrip waardoor misbruik van het systeem niet uitgesloten is.
Dat een beroepsschuldeiser van een van de echtgenoten die wenst na te gaan op welke vermogens hij zijn verhaalsrechten kan uitoefenen een voldoende belang heeft, lijkt niet voor betwisting vatbaar. Ook de schenker die als voorwaarde bij een schenking een verbod tot inbreng in een huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap heeft bedongen, en die wenst na te gaan of dit verbod werd nageleefd, zal een belang kunnen aantonen.
Het is echter minder duidelijk of een financiële instelling die in het kader van een toekenning van een lening voor de aankoop van een gezinswoning gerechtigd is om zonder medeweten van de aanvragers het Centraal huwelijksovereenkomstenregister te consulteren. En wat met kinderen (of hun adviseurs) die wensen na te gaan of hun ouders beschikkingen in het huwelijkscontract hebben opgenomen die hun erfrechtelijke aanspraken nadelig zouden kunnen beïnvloeden? Een en ander zal in de toekomst door de wetgever of door rechtspraak uitgeklaard moeten worden.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.