Ontsnappen aan de aanslag geheim commissieloon
De bijzondere aanslag bij geheim commissieloon is sinds de Programmawet van 19 december 2014 verlaagd van 309 % naar 103 %, in bepaalde omstandigheden is er zelfs een verlaging naar 51,50 %. Er zijn echter ontsnappingsroutes aan deze aanslag.
Ontsnappingsroute één: tijdige aangifte in de inkomstenbelasting
De eerste ontsnappingsroute is deze waarbij wordt aangetoond dat de genieter de verkregen vergoedingen of genoten voordelen tijdig heeft opgenomen in de aangifte in de inkomstenbelasting.
Ontsnappingsroute twee: tijdige identificatie
Deze route is iets subtieler want er is geen tijdige aangifte gebeurd. In het verleden werd de aanslag geheim commissieloon evenmin toegepast wanneer de genieter ermee akkoord ging om binnen de driejarige aanslagtermijn toch nog te worden belast op de genoten vergoedingen of voordelen.
Onder de huidige regel blijft de bijzondere aanslag geheim commissieloon achterwege wanneer de genieter “op ondubbelzinnige wijze werd geïdentificeerd binnen de 2 jaar en 6 maanden volgend op 1 januari van het betreffende aanslagjaar” (art. 219, laatste al. WIB 1992).
Interpretatie ondubbelzinnige identificatie
Wat moet nu worden begrepen onder ondubbelzinnige identificatie ? De fiscale administratie begreep hieronder dat zij in het bezit moest zijn van een schriftelijk akkoord van de verkrijger met vermelding van zijn identiteit, zijn nationaal nummer en het bedrag aan verkregen vergoedingen en voordelen.
De minister van Financiën fluit nu zijn administratie terug. De wet legt immers geen schriftelijke akkoord van de genieter op. Tijdens de zitting van de Kamercommissie voor Financiën van 28 oktober 2015 (Criv 54 Com 258, 32) stelt de minister onomwonden dat een dergelijk akkoord slechts één van de mogelijkheden is om de genieter op een ondubbelzinnige wijze te identificeren.
Een laattijdige ingediende en niet betwiste fiche 281 maakt eveneens een ondubbelzinnige identificatie mogelijk. Uiteraard moet de fiche zijn ingediend binnen genoemde termijn van 2 jaar en 6 maanden.
Maar zelfs bij afwezigheid van een schriftelijk akkoord of een fiche is ondubbelzinnige identificatie mogelijk. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de identificatie blijkt uit een vraag om inlichtingen die de fiscus naar de belastingplichtige had gezonden (Antwerpen, 15 september 2015).
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.