we make the road
Nieuwe regels voor schuldeninvordering bij consumenten: meer bescherming, minder kosten
Nieuwe regels voor schuldeninvordering bij consumenten: meer bescherming, minder kosten
Op 1 september 2023 zijn de nieuwe regels in werking getreden met betrekking tot schuldeninvordering bij consumenten. Een nieuw hoofdstuk, getiteld "Schulden van de consument," werd toegevoegd aan het Wetboek van Economisch Recht. Deze wet heeft tot doel om oneerlijke praktijken in het incassoproces te elimineren en de consument beter te beschermen bij betalingsachterstanden.
Ondernemingen die contracteren met consumenten kijken hun overeenkomsten en algemene voorwaarden best nog eens na op de conformiteit met deze nieuwe wetgeving. Overtredingen worden immers zwaar gesanctioneerd.
Waarom deze nieuwe regels?
In de praktijk bleek dat consumenten vaak kwetsbaar waren wanneer ze contracteerden met ondernemingen Bij te late betalingen werden soms onredelijk hoge rente en kosten in rekening gebracht bij de eerste herinnering. Dit leidde voor sommige consumenten tot een neerwaartse spiraal van buitensporige schuldenlast. De wet van 23 mei 2023 streeft ernaar hier een einde aan te maken.
Voor wie gelden deze regels?
De nieuwe wet is van toepassing op B2C ("Business to Consumer")-transacties, met andere woorden, wanneer een consument zijn factuur aan een onderneming niet of te laat betaalt. Deze wet geldt voor alle ondernemingen, ongeacht hun omvang, zowel grote ondernemingen als KMO's. Merk op dat de regels voor betalingsachterstanden tussen ondernemingen onderling (B2B, "Business to Business") ongewijzigd blijven en vallen onder de wet van 2 augustus 2022 inzake de bestrijding van betalingsachterstanden bij handelstransacties.
Eerste herinnering: gratis
Wanneer een onderneming wordt geconfronteerd met een laattijdige betaling van een factuur door een consument, mag het niet langer automatisch en onmiddellijk een schadebeding toepassen. De onderneming is verplicht om een eerste herinnering te sturen, en deze moet gratis zijn. Deze herinnering, zowel op papier als elektronisch, moet op zijn minst het verschuldigde saldo, het bedrag van het schadebeding, de bedrijfsgegevens, de betrokken goederen of diensten en de uiterste betaaldatum bevatten.
Voor de volgende herinneringen mogen wél kosten aangerekend worden, met een maximum van 7,5 euro, exclusief portkosten.
Wachttermijn van 14 dagen
Na de eerste kosteloze herinnering heeft de consument 14 kalenderdagen de tijd om alsnog zijn factuur te betalen. Pas na het verstrijken van deze periode van 14 dagen mag een onderneming een schadebeding toepassen, op voorwaarde dat dit in de overeenkomst is opgenomen. Deze wachtperiode stelt de consument in staat om zijn factuur te controleren, te betalen of, indien nodig, te betwisten, zonder meteen rente of kosten verschuldigd te zijn. De wetgever gaat er immers van uit dat de laattijdige betaling van de consument niet altijd bewust is, maar bijvoorbeeld het gevolg kan zijn van een vergetelheid.
Plafond voor schadebedingen
Als de consument na het verstrijken van de 14-daagse wachtperiode nog steeds niet heeft betaald, kan het schadebeding worden toegepast, onder strikte voorwaarden.
De verwijlinterest mag niet hoger zijn dan die van de wet van 2 augustus 2002 inzake betalingsachterstanden bij handelstransacties. Momenteel bedraagt deze rente - voor het tweede semester van 2023 - 12%.
In principe lopen de interesten op het openstaande saldo vanaf het verstrijken van de wachttermijn van 14 dagen. Voor KMO’s is evenwel een uitzondering gemaakt. Zij mogen interesten rekenen vanaf de kalenderdag die volgt op de dag waarop de herinnering aan de consument wordt verzonden.
Er gelden ook wettelijke maximumplafonds voor forfaitaire schadevergoedingen, afhankelijk van het verschuldigde bedrag. Het doel is om excessieve kosten te voorkomen en de consument te beschermen. Deze plafonds zijn als volgt:
- 20 euro als het verschuldigde saldo 150 euro of minder bedraagt.
- 30 euro , vermeerderd met 10% van het verschuldigde bedrag tussen 150,01 euro en 500 euro.
- 65 euro, vermeerderd met 5% van het verschuldigde bedrag boven 500 euro, met een absoluut maximum van 2000 euro.
Wat als u zich niet houdt aan de nieuwe regels?
Ondernemingen die zich niet aan de nieuwe regels houden, riskeren burgerlijke sancties. De rechter kan bijvoorbeeld bevelen dat betalingen die in strijd met de wet door de consument zijn gedaan, volledig moeten worden terugbetaald. De consument kan ook volledig worden vrijgesteld van de betaling van enig schadebeding.
Daarnaast kunnen administratieve en zelfs strafrechtelijke sancties worden opgelegd bij niet-naleving van de nieuwe wet.
Conclusie
Deze nieuwe regels streven naar een eerlijker en transparanter incassoproces, waarin de consument beter wordt beschermd en excessieve kosten worden vermeden. Ondernemingen die contracteren met consumenten moeten ervoor zorgen dat hun procedures en voorwaarden in overeenstemming zijn met deze nieuwe wetgeving om juridische gevolgen te voorkomen.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.