Kwijting, niet zomaar een jaarlijkse formaliteit
Het verlenen van kwijting of décharge aan de bestuurders of zaakvoerders in een vennootschap is één van de exclusieve bevoegdheden van de algemene vergadering.
Door het verlenen van kwijting keurt de vennootschap in feite het beleid van de bestuurder van het voorbije jaar goed en doet zij afstand van het recht om de bestuurder of zaakvoerder aansprakelijk stellen voor de fouten die hij eventueel zou hebben begaan in de uitvoering van zijn bestuursmandaat (de zogenaamde “actio mandati”).
Het verlenen van kwijting is niet zomaar een formaliteit.
Enkel bij de jaarvergadering?
Kwijting wordt in principe gegeven op de jaarvergadering, na het goedkeuren van de jaarrekening. Dit gebeurt bij afzonderlijke stemming.
De meerderheid van de rechtsleer gaat er echter van uit dat de kwijting ook kan worden verleend in de loop van het boekjaar, bijvoorbeeld naar aanleiding van een overdracht van aandelen of het ontslag van een bestuurder.
Het is aangewezen om na de overdracht van aandelen een bijzondere of buitengewone algemene vergadering te houden, waarop de overnemers kwijting geven aan de vervangen bestuurders of zaakvoerders. De kwijting heeft in principe enkel gevolgen voor de eventuele fouten die aan de algemene vergadering gekend waren, maar in de praktijk zal zij vaak een ruimere draagwijdte hebben. Het is daarbij wel aan te raden om in de notulen van de buitengewone algemene vergadering uitdrukkelijk melding te maken van de overnameovereenkomst en de tussentijdse staten.
Geen enkel aansprakelijkheidsrisico meer na het verkrijgen van kwijting?
Nee, de kwijting is slechts rechtsgeldig wanneer de ware toestand van de vennootschap niet wordt verborgen door enige weglating of onjuiste opgave in de jaarrekening.
Bovendien heeft de kwijting ook slechts gevolgen tussen de bestuurder of zaakvoerder en de vennootschap. Derden kunnen dus nog steeds de bestuursaansprakelijkheid inroepen.
Kan de jaarvergadering zomaar beslissen om geen kwijting te verlenen?
Nee, zo eenvoudig is het zeker niet.
De kwijting kan inderdaad geweigerd worden of onder voorbehoud van bepaalde voorwaarden worden verleend. Maar daarvoor moeten steeds gegronde redenen voor zijn en deze geven meestal aanleiding tot het instellen van de vennootschapsvordering (“actio mandati“) tegen de bestuurders of zaakvoerders.
Wat indien geen kwijting wordt verleend?
Bij een eventuele weigering van de jaarvergadering om kwijting te verlenen, kunnen de bestuurders of zaakvoerders zich ofwel tot de rechtbank wenden om alsnog kwijting te krijgen ofwel de vijfjarige verjaring afwachten.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.