Hervormingstrein raast verder: nieuw verbintenissenrecht goedgekeurd
Eind 2020 is de hervorming van het Burgerlijk Wetboek ingezet met de invoering van nieuwe bewijsregels. Een jaar later kreeg ook het goederenrecht een nieuw jasje. op 21 april 2022 heeft de Kamer ook haar goedkeuring aan het nieuwe verbintenissenrecht verleend. Het aangenomen wetsvoorstel bevat een aantal nieuwigheden die aternio in de komende weken graag voor u toelicht. Hierna volgen alvast een aantal aandachtspunten:
Ratio legis nieuw verbintenissenrecht
Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat het nieuwe verbintenissenrecht er voornamelijk op gericht is om een nieuw evenwicht te scheppen tussen de wilsautonomie van partijen en de beschermende rol van de rechter. De wettekst bevat namelijk een evolutie in beide richtingen: bepaalde zaken worden ontdaan van een rechterlijke bemoeienis terwijl m.b.t. andere zaken net sneller door de rechter zal kunnen worden ingegrepen.
Structuur
Het nieuwe boek 5 zal de volgende titels bevatten:
- Inleidende bepalingen: Hieronder wordt voortaan een definitie van een verbintenis alsook van een natuurlijke verbintenis ondergebracht. De juridische afdwingbaarheid geldt als voornaamste criterium van onderscheid.
- Bronnen van verbintenissen: Er zijn verbintenissen die voortvloeien uit al dan niet meerzijdige rechtshandelingen, oneigenlijke contracten, buitencontractuele aansprakelijkheid of uit de wet. Het voorgaande neemt echter niet weg dat verbintenissen ook door schijn kunnen ontstaan doch niet als algemene bron van verbintenissen maar voortvloeiend uit een aantal specifieke rechtsfiguren (bv. verbod rechtsmisbruik, schijnvertegenwoordiging, onverschuldigde betaling aan een schijnschuldeiser)
- Algemeen regime van de verbintenis: Deze titel vormt in se de kern van het nieuwe recht en omvat alle bepalingen die betrekking hebben op het leven van een verbintenis. Het ontstaan, de gevolgen van schending, de overdracht en het tenietgaan ervan.
Inwerkingtreding en toepassing nieuw verbintenissenrecht
Het nieuwe verbintenissenrecht zal van toepassing zijn vanaf de eerste dag van de zesde maand na bekendmaking van de wet. Vermoedelijk zal elke contractspartij zich dus vanaf begin 2023 naar de nieuwe bepalingen moeten schikken.
Vanaf dan worden de nieuwe bepalingen in principe van toepassing op alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die erna hebben plaatsgevonden. Eenvoudig gesteld zal een overeenkomst die na inwerkingtreding werd gesloten evident aan de nieuwe bepalingen onderworpen zijn.
Dit neemt echter niet weg dat de nieuwe bepalingen desgewenst ook van toepassing kunnen zijn op:
- toekomstige gevolgen die plaatsvinden na inwerkingtreding van overeenkomsten gesloten voor inwerkingtreding;
- rechtshandelingen en -feiten die plaatsvinden na inwerkingtreding m.b.t. overeenkomsten ontstaan uit rechtshandelingen en -feiten die hebben plaatsgevonden voor inwerkingtreding.
Het staat partijen namelijk vrij om hun verbintenisrechtelijke relatie reeds vroeger aan het nieuwe verbintenissenrecht te onderwerpen. Als het ware kan men nu ook in contractuele context voor een ‘opt-in‘ kiezen.
Slot
Het hoeft geen betoog dat deze nieuwe hervorming belangrijke implicaties kan hebben op lopende onderhandelingen met het oog op een nieuwe overeenkomst. Ook is het niet onverstandig de opportuniteit van een vroegtijdige onderwerping aan het nieuwe verbintenissenrecht onder de loep te nemen. Misschien is het evenzeer wenselijk om bepaalde overeenkomsten te gaan heronderhandelen of minstens de algemene voorwaarden bij te werken.
aternio houdt u in ieder geval verder op de hoogte. Wij zijn zoals steeds beschikbaar om u bij te staan in deze nieuwe uitdagingen.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.