Geen natuurlijke persoon aan het roer creëert extra belasting
De hervorming van de vennootschapsbelasting in 2017 heeft de afzonderlijke aanslag bij het niet-uitkeren van een minimumbezoldiging, opgenomen in artikel 219 quinquies WIB’92, in het leven geroepen. Over de toepassing ervan rezen onmiddellijk vragen.
Door de wet van 30 juli 2018 schept de wetgever duidelijkheid maar…
Wat is de afzonderlijke aanslag?
Reeds in het verleden vertelden wij u over de afzonderlijke aanslag. We frissen het kort even op:
De afzonderlijke aanslag is een belasting die opgelegd wordt aan vennootschappen die de minimumbezoldiging aan een bestuurder/natuurlijke persoon ten belope van 45.000 euro (of 75.000 euro bij verbonden vennootschappen) niet uitkeren. Deze aanslag betreft 5% op het bedrag dat de vennootschap te weinig uitkeerde.
Geen natuurlijke persoon aan het roer
In België bestaan er echter heel wat vennootschappen die bestuurd worden door andere vennootschappen. In dergelijke vennootschappen zijn geen bedrijfsleiders-natuurlijke personen aanwezig, waardoor de minimumbezoldiging dus ook niet uitgekeerd kan worden. Deze vennootschappen kunnen dan ook nooit aan de regel voldoen.
De vraag rees of de wetgever dit wel bedoeld had.
De wijze waarop artikel 219 quinquies WIB’92 opgesteld was, was immers voor interpretatie vatbaar. Dit hebben wij reeds eerder uitvoerig toegelicht. Aangezien dit voor onduidelijkheid zorgde, heeft de wetgever opnieuw ingegrepen.
Wetswijziging van 30 juli 2018
De laatste wetswijziging bevestigt nu inderdaad expliciet dat de bezoldiging aan een natuurlijke persoon moet worden uitgekeerd door in de wet de woorden “een van haar in artikel 32 bedoelde bedrijfsleiders” te vervangen door “één in artikel 32 bedoelde bedrijfsleider”.
Dit betekent dat vennootschappen die bestuurd worden door andere vennootschappen tot de afzonderlijke aanslag gedoemd zijn.
Doel van de wetgever
Met de afzonderlijke aanslag wil de wetgever vermijden dat vennootschappen geld oppotten in de vennootschap. Door een minimumbezoldiging op te leggen, zorgt de wetgever dat op zijn minst dit bedrag bij de natuurlijke persoon aan de personenbelasting wordt onderworpen. Wat de wetgever niet in de personenbelasting kan belasten door het niet-uitvoeren van de regel, wordt dus op een andere manier geïnd.
Schending gelijkheidsbeginsel?
Ongeacht het feit dat de wetgever nu duidelijk heeft geschept, kunnen we ons de vraag stellen of dit geen discriminatie inhoudt in de zin van art. 10 en 11 van de Grondwet.
Vennootschappen die enkel bestuurd worden door andere vennootschappen, worden immers anders behandeld op grond van een in de wet voorziene mogelijkheid, namelijk de samenstelling van het bestuur.
Het behoort tot de bevoegdheid van het Grondwettelijk Hof om dit beginsel te waarborgen. Indien in de toekomst een procedure aanhangig gemaakt wordt en het Grondwettelijk Hof oordeelt dat er wel degelijk sprake is van discriminatie, kan de afzonderlijke aanslag worden vernietigd.
Conclusie
De nieuwe wet heeft duidelijkheid geschept. Dit kunnen we uiteraard toejuichen. Maar in België worden echter heel wat vennootschappen enkel bestuurd door andere vennootschappen. Zij zijn nu, buiten hun wel om, gedoemd tot een afzonderlijke aanslag.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.