Geen aftrek van buitenlandse verliezen meer?
De aankondiging van de fisale hervorming in 2018 door regering Michel I, ligt al even achter ons, maar toch is het nuttig om bepaalde zaken nog even op te frissen.
Met ingang vanaf aanslagjaar 2021 ging immers de derde en laatste fase van deze belastinghervorming in. Eén van die maatregelen was de beperking van de aftrek van buitenlandse verliezen. Belgische vennootschappen met een buitenlandse vaste inrichting of vastgoed spitsen nu best even hun oren.
Wereldwijd inkomen
Een Belgische vennootschap is belastbaar op haar wereldwijd inkomen. Dit betekent dat ook de opbrengsten en kosten met betrekking tot een buitenlandse vaste inrichting of buitenlands onroerend goed tot het wereldwijd inkomen van de Belgische vennootschap zijn gerekend.
Maar vervolgens moeten we kijken naar de dubbelbelastingverdragen tussen België en het andere Verdragland (=waar de vaste inrichting of het onroerend goed gelegen is) gesloten zijn, om te bepalen waar men de inkomsten effectief gaat belasten.
In de meeste dubbelbelastingverdragen is de heffingsbevoegdheid voor winst van een buitenlandse vaste inrichting of onroerend goed toegekend aan het land waar de vaste inrichting of onroerend goed gelegen is.
Het buitenlands inkomen zal dus wel moeten worden aangegeven, maar is vrijgesteld in België.
Wat met verliezen?
1. Oude wet vóór 1 januari 2020
Voor de boekjaren die een aanvang nemen vóór 1 januari 2020, kon men het verlies van zo’n vaste inrichting of onroerend goed gelegen in een verdragsland in principe aftrekken van de Belgische winst. Het was wel vereist dat de verliezen nog niet werden aangewend in de winstberekening van die vaste inrichting.
De meeste dubbelbelastingverdragen voorzien echter ook in een zogenaamde ‘recapture’-regeling. Indien de verliezen later toch nog werden verrekend met de toekomstige winsten van de vaste inrichting, dan moest de Belgische vennootschap op dat moment haar belastbare basis terug corrigeren. Zo vermeed men een dubbele verliescompensatie.
2. Sinds 1 januari 2020 : enkel definitief verlies
Sinds 1 januari 2020 zijn de regels in de vennootschapsbelasting met betrekking tot de aftrek van buitenlandse verliezen verstrengd.
Voortaan kan het verlies van een buitenlandse vaste inrichting of onroerend goed niet zonder meer aftrekken van de Belgische winst.
Enkel de “definitieve beroepsverliezen” geleden binnen een vaste inrichting in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) zullen nog aftrekbaar zijn van de Belgische winsten.
Cvereenkomstig artikel 185, § 3, lid 4 WIB 1992 zijn volgende beroepsverliezen “definitief”:
- verliezen bij de definitieve stopzetting van de activiteiten in een bepaalde lidstaat, waarbij er nog geen aftrek is verleend voor deze verliezen in die lidstaat; én
- verliezen die bestaan wanneer de vennootschap geen activa meer bezit in een andere lidstaat en er nog geen aftrek is verleend in die lidstaat m.b.t. die verliezen.
Anitmisbruikbepaling
Samengevat
Sinds aanslagjaar 2021 zijn verliezen met betrekking tot een buitenlandse vaste inrichting of buitenlands onroerend goed niet zonder meer aftrekbaar in de Belgische vennootschapsbelasting. Zij zullen voortaan slechts fiscaal aftrekbaar wanneer ze binnen de EER definitief geleden zijn, bijvoorbeeld bij de sluiting van de vaste inrichting.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.