Conventioneel beding van terugkeer versus wettelijke terugkeer
Stelt u zich volgende situatie even voor: u heeft net aan uw dochter een mooie som geld geschonken om haar een financieel duwtje in de rug te geven bij de aankoop van haar woning wanneer zij kort erna plots overlijdt in een tragisch ongeval. Wat gebeurt er dan met de geschonken gelden?
Wie een deel van zijn vermogen wenst weg te schenken aan bijvoorbeeld de kinderen, kan ervoor opteren om een conventioneel beding van terugkeer in te lassen in de schenkingsakte.
Dit beding moet de schenker in staat stellen het geschonken vermogen terug te roepen indien een begiftigde zou overlijden voor de schenker. Op die manier worden de nadelige gevolgen van een voortijdig overlijden van de begiftigde getemperd voor de schenker.
Conventioneel beding van terugkeer versus wettelijke terugkeer
Het conventioneel beding van terugkeer is een contractuele variant van een erfrechtelijk principe uit het Burgerlijk Wetboek, de zogenaamde wettelijke terugkeer. Via de wettelijke terugkeer (artikel 747 BW) kunnen immers bloedverwanten in de opgaande lijn de door hen geschonken zaken erven van hun kinderen of erfgenamen, op voorwaarde echter dat de kinderen of erfgenamen zonder afstammelingen zijn gestorven, en voor zover deze zaken nog in natura aanwezig zijn in de nalatenschap. Sinds begin 2014 is de wettelijke terugkeer bovendien vrijgesteld van erfbelasting. Deze voorwaarden maken meteen ook het grootste verschil uit met het conventioneel beding van terugkeer.
Terwijl het principe van wettelijke terugkeer automatisch uitwerking krijgt als aan de in de wet gestelde voorwaarden is voldaan, dient het conventioneel beding van terugkeer expliciet in de schenkingsakte te worden opgenomen. De schenker kan dan ook preciseren of het beding van terugkeer uitwerking kan hebben slechts in het geval van vooroverlijden van de begiftigde alleen, of slechts in het geval dat niet alleen de begiftigde zou vooroverlijden, maar ook zijn afstammelingen. In dit laatste geval zal het beding dus pas uitwerking kunnen hebben in het geval de begiftigde kinderloos zou overlijden.
Wat er komt er terug?
In principe kunnen enkel de geschonken goederen terugkeren. Maar hoe kan het conventioneel beding van terugkeer of de wettelijke terugkeer effectief uitwerking hebben wanneer de geschonken zaken niet meer aanwezig zijn in het vermogen/de nalatenschap van de vooroverledene?
Ook hier is er een groot onderscheid tussen de beide regelingen. Zoals eerder vermeld, zal de wettelijke terugkeer onder meer pas uitwerking kunnen hebben voor zover de geschonken goederen nog in natura aanwezig zijn in de nalatenschap van de vooroverleden begiftigde. Mocht de begiftigde de geschonken zaken hebben vervreemd, dan bekomt de schenker de prijs die nog verschuldigd zou zijn.
De situatie is voordeliger voor de schenker die zich beroept op een conventioneel beding van terugkeer. Artikel 952 BW stelt immers in dat verband dat het conventioneel beding van terugkeer tot gevolg heeft dat alle vervreemdingen van de geschonken goederen worden vernietigd en dat deze goederen tot de schenker terugkeren vrij van alle lasten en hypotheken. Er kan eveneens worden overeengekomen dat het beding van terugkeer ook uitwerking zal hebben indien de begiftigde vooroverlijdt met afstammelingen. Ook hier zal er geen erfbelasting verschuldigd zijn op het vermogen dat terugkomt. Het conventioneel beding van terugkeer heeft bovendien het voordeel dat het optioneel gemaakt kan worden waardoor er steeds op het ogenblik zelf kan afgewogen worden welke de beste optie is. U kan steeds terecht bij de juristen van aternio voor advies en bijstand in deze materie.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.