Btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen
Administratie en boekhouding vormen voor veel ondernemers nog steeds een tijdrovend struikelblok. Een btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen klinkt als muziek in de oren. Maar wat komt er allemaal bij kijken en schuilen er ook addertjes onder het gras?
Btw-vrijstellingsregeling
Om als kleine onderneming in aanmerking te komen voor een btw-vrijstelling mag de omzet van jouw onderneming niet meer dan 25.000 euro (exclusief btw) op jaarbasis bedragen. Het maakt hierbij niet uit welke juridische vorm de onderneming heeft. Ondanks de (optionele) btw-vrijstelling, is de aanvraag van een btw-nummer voor elke btw-plichtige noodzakelijk. Bovendien moet de verkoopfacturen melding maken van deze regeling: btw vrijstellingsregeling – kleine ondernemingen (KB nr.19 van 29 juni 2014)
Je kan dus vrij kiezen om in stappen in deze regeling voor kleine ondernemingen. Een aanvraag is mogelijk op 2 momenten, namelijk:
- 1 juli, aanvraag te doen vóór 1 juni
- 1 januari, aanvraag te doen vóór 15 december
Let wel op, bepaalde sectoren zoals ondernemingen in de bouwsector, horecasector of tweedehandssector zijn uitgesloten van deze vrijstellingsregeling.
Wees aandachtig dat wanneer je als onderneming van deze vrijstelling hebt genoten en nadien bent overgestapt op het reguliere btw-regime, je niet meteen kan terugkeren. Als onderneming kan je immers pas terug aanspraak maken op deze vrijstellingsregeling vanaf 1 januari van het derde jaar volgend op de verandering van het stelsel.
Voordelen
Hét grote voordeel van de btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen is uiteraard dat je als onderneming geen periodieke btw-aangiften moet indienen. Andere btw-plichtigen moeten namelijk trimestrieel of zelfs maandelijks btw-aangiften indienen.
Een bijkomend voordeel is dat je als onderneming dus ook geen btw moet aanrekenen op jouw verkoopfacturen. Vooral voor particulieren of ondernemingen die geen btw in aftrek kunnen nemen, is dit deugddoend.
Nadelen
Uiteraard zijn er aan alles voor-en nadelen. Dat is ook bij deze regeling het geval. Zo zal je als kleine onderneming geen btw kunnen aftrekken op de aankoopfacturen en betaal je bijgevolg ‘de volle pot’.
Daarnaast kan deze regeling ook nadelig zijn, wanneer je aankopen doet bij een leverancier uit een andere EU-lidstaat of wanneer je verkoopt aan klanten met een btw-nummer gevestigd in aan andere EU-lidstaat. In deze scenario’s, gelden hierna volgende regels.
Leverancier in andere EU-lidstaat
Hier schuilen de gevreesde addertjes onder het gras. Wanneer jouw onderneming een aankoop doet bij een leverancier gevestigd in een andere EU-lidstaat, verwerft jouw onderneming intracommunautaire goederen en/of diensten. In dit geval ben je als afnemer schuldenaar van de btw. Als gevolg hiervan zal jouw onderneming een bijzondere btw-aangifte moeten indienen uiterlijk op de 20ste dag volgend op de belastbare periode. In deze aangifte zal je aan de verschuldigde btw moeten voldoen.
Echter kan je als onderneming voor de aankoop van de goederen deze formaliteit vermijden. Dit zolang de aankopen de drempel van 11.200 euro per kalenderjaar niet overschrijden. In dit geval mag jouw onderneming haar btw-nummer niet mededelen aan de leverancier, aangezien deze anders met btw-medecontractant zal factureren. Op de aankoopfacturen zal dus gewoon buitenlandse btw gerekend worden.
Tip: Kijk even het btw-tarief na van het land waarin jouw leverancier gevestigd is om na te gaan wat het voordeligste is.
Houd er wel rekening mee dat van zodra je jouw btw-nummer aan de leverancier doorgeeft, je verplicht bent dit te doen voor alle volgende aankopen van dat kalenderjaar én de twee daaropvolgende kalenderjaren. Wanneer je de drempel van 11.200 euro overschrijdt ben je bovendien altijd verplicht jouw btw-nummer aan de leverancier door te geven.
Klant in andere EU-lidstaat
Voor alle leveringen en diensten aan een klant met een Europees btw-nummer moet jouw onderneming alweer een opgave indienen. Deze keer is het een ‘intracommunautaire opgave’ die uiterlijk op de 20ste dag volgend op de belastbare periode moet worden ingediend.
Werken in onroerende staat
Wanneer er werken in onroerende staat worden uitgevoerd, ben je als kleine onderneming sinds 1 januari 2023 verplicht om de leverancier jouw btw-nummer mee te delen en schriftelijk op de hoogte te stellen van jouw btw-vrijstelling. Op deze manier weet de leverancier dat er op de verkoopfactuur gewoon btw aangerekend moet worden. Dit om te vermijden dat de leverancier verkeerdelijk een factuur btw-medecontractant opmaakt.
Conclusie
Kortom, je kan een btw-vrijstelling aanvragen indien je een kleine onderneming bent die op jaarbasis niet meer dan 25.000 euro omzet draait. Hoewel dit als muziek in de oren klinkt, schuilen er toch enkele addertjes onder het gras met betrekking tot het laten uitvoeren van werken in onroerende staat of aan- en verkopen met leveranciers en klanten uit andere EU-lidstaten.
Laat je dus zeker goed informeren en neem vrijblijvend contact op met aternio om je hierin bij te staan.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.