Wat verandert er met het nieuwe Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek?
Op 20 februari 2025 werd het wetsvoorstel voor Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ingediend in het Federaal Parlement. Daarmee zet de wetgever opnieuw een belangrijke stap in de modernisering van het privaatrecht. Boek 7 richt zich op bijzondere overeenkomsten zoals verkoop, huur, bruikleen en diensten, en vormt een logisch vervolg op Boek 5, dat sinds 1 januari 2023 de algemene regels voor overeenkomsten bevat.
Hoewel het wetgevend proces nog loopt, zijn de grote lijnen van het nieuwe boek intussen duidelijk. In deze bijdrage overlopen we de voornaamste nieuwigheden die op til staan en die voor zowel consumenten, ondernemers als juristen van belang zullen zijn.
Een functionele aanvulling op Boek 5
Boek 7 is een aanvulling op Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek. Waar Boek 5 het kader biedt voor alle contracten, concretiseert Boek 7 dat kader voor specifieke overeenkomsten. Denk aan het kopen of huren van iets, het sluiten van een dienstenovereenkomst of het uitlenen van een goed.
Het doel is drieledig: meer rechtszekerheid; vereenvoudiging van het juridische instrumentarium en een betere aansluiting bij de economische realiteit.
Daarbij worden geen fundamenteel nieuwe rechtsfiguren geïntroduceerd, maar wel bestaande regels geharmoniseerd, gemoderniseerd en duidelijker gestructureerd.
Verkoop: één conformiteitsregel in plaats van verborgen gebreken
Een opvallende wijziging betreft de regels rond gebreken bij verkoop. In plaats van het klassieke onderscheid tussen verborgen en zichtbare gebreken, komt er één uniforme regel. Het verkochte goed moet conform zijn met:
- wat contractueel werd overeengekomen;
- én met wat de koper redelijkerwijs mag verwachten.
Dit conformiteitsbegrip sluit nauwer aan bij het consumentenrecht, maar wordt nu algemeen van toepassing. Er geldt een waarborgtermijn van tien jaar. Binnen deze periode moet de koper het gebrek melden aan de verkoper, waarna hij nog twee jaar de tijd heeft om een rechtsvordering in te stellen.
Belangrijk: het risico op verlies of beschadiging gaat niet langer over bij de eigendomsoverdracht, maar pas bij levering. Dit betekent dat de verkoper het risico draagt tot de koper het goed effectief in ontvangst neemt.
Huur: duidelijke verdeling van verplichtingen
Ook op het vlak van huurcontracten wordt er gesleuteld aan de balans tussen huurder en verhuurder. De verhuurder is voortaan standaard verantwoordelijk voor het onderhoud en de herstellingen van het gehuurde goed, tenzij wet of contract anders bepalen.
Voor de huurder blijft er wel een verantwoordelijkheid voor:
- kleine herstellingen;
- schade door foutief gebruik.
Nieuw is de verplichting tot vergoeding door de verhuurder indien hij bij het einde van het huurcontract verwijderbare werken van de huurder wil behouden, of wanneer de huurder niet-verwijderbare werken heeft uitgevoerd met toestemming.
Let op: deze regels zijn enkel van toepassing op gemeenrechtelijke huurovereenkomsten. Woninghuur en handelshuur blijven gewestelijke materie en worden niet beïnvloed door Boek 7.
Bruikleen: van eenzijdig naar wederkerig
Het huidige Burgerlijk Wetboek beschouwt bruikleen als een eenzijdige overeenkomst: de uitlener stelt een goed kosteloos ter beschikking. Boek 7 wijzigt dit fundamenteel.
Bruikleen wordt voortaan een wederkerige overeenkomst, waarbij beide partijen rechten én plichten hebben. Op bruikleen zullen de regels van huur van toepassing zijn, tenzij er uitdrukkelijk van wordt afgeweken of specifieke bepalingen gelden.
Daarnaast bepaalt Boek 7 dat bij meerdere ontleners hoofdelijkheid onder hen geldt, tenzij het contract iets anders voorziet.
Ook zal de bruikleen beëindigen indien de ontlener overlijdt, ontbindt (in geval van een rechtspersoon) of insolvabel wordt. Tot slot zal het niet mogelijk zijn om het bruikleencontract over te dragen.
Het ‘gemeen dienstencontract’
Boek 7 voert ook een nieuwe soort overeenkomst in: het gemeen dienstencontract. Dit wordt de standaardregeling voor diensten die nergens anders onder vallen. Denk aan allerlei soorten opdrachten waarbij iemand iets uitvoert voor een ander, zoals aanneming.
Ook lastgeving zal grotendeels vallen onder de regels voor het gemeen dienstencontract, maar zal wel aan enkele specifieke bepalingen worden onderworpen. Daarnaast komt er een aparte regeling voor diensten rond bouwwerken, zoals bouwen, verbouwen of slopen van een pand.
Er wordt ingezet op:
- een duidelijke omschrijving van de prestaties;
- de verantwoordelijkheden van dienstverlener en opdrachtgever;
- regels bij wanprestatie.
Inwerkingtreding en overgangsrecht
Het wetsvoorstel voor Boek 7 bevindt zich momenteel in de parlementaire fase. De inwerkingtreding wordt pas verwacht in de loop van 2026. Zodra de definitieve tekst is goedgekeurd, zal ook het overgangsrecht verduidelijkt worden. Net zoals bij eerdere boeken (zoals Boek 5), mag worden verwacht dat lopende contracten onder het oude recht blijven vallen, tenzij partijen anders bepalen.
Besluit
Boek 7 beoogt geen revolutie, maar wel een grondige modernisering. De uniformering van regels, de verschuiving naar conformiteit en de harmonisatie tussen rechtsfiguren zoals huur en bruikleen maken het contractenrecht overzichtelijker en gebruiksvriendelijker.
aternio legal volgt deze ontwikkelingen op de voet en informeert u over verdere evoluties omtrent de invoering van Boek 7.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.

Olivier Kerhofs
Bron: Wetsvoorstel tot invoeging van Boek 7 “Bijzondere contracten” in het Burgerlijk Wetboek, 20 februari 2025, DOC 56 0743/001