Big Brother is watching you — observatie door de fiscus
Fiscale inspecteurs mogen herhaaldelijk vanop de openbare weg de beroepsactiviteiten van een belastingplichtige in de gaten houden. Ook de beroepsmatige handelingen die hij met andere belastingplichtige verricht mag de fiscus “observeren”. Dergelijke soort van observatie bevestigt het Hof van Cassatie (14 december 2018).
Zwart circuit in horeca
De zaak in kwestie betrof een grootschalige fraude in de horecasector. Dankzij een tip van een cafébaas bij de fiscus werd een opgezet zwart circuit tussen een drankhandelaar en horeca-uitbaters volledig ontrafeld.
De fiscus zette immers na deze tip haar inspectiediensten in. Na vaststellingen bij diverse klanten van de drankenhandelaar, bevestigden deze het bestaan van een zwart circuit.
Procedureslag
Op basis van de processen verbaal van de fiscale inspecteurs legde de fiscus officieel klacht neer bij het parket. Dit leidde niet alleen tot een strafrechtelijke vervolging van de drankenhandelaar. Maar het leidde ook tot een fiscale procedure bij de afnemers.
De verschillende horeca-uitbaters kregen een bijkomende aanslag in de bus. Eén van die horeca-uitbaters liet het daar niet bij en startte een ware procedureslag.
Strikte voorwaarden observatie uit Wetboek Strafvordering
Artikel 47 sexies WSV voorziet specifieke voorwaarden voor een “observatie”. Zo is een observatie – in het strafrecht – meer dan vijf opeenvolgende dagen, of van meer dan vijf niet-opeenvolgende dagen gespreid over een periode van een maand, of een observatie waarbij technische hulpmiddelen worden aangewend. Hiervoor is een machtiging van de Procureur des Konings nodig.
Een van de argumenten van de horeca-uitbater was dat de fiscale ambtenaren niet beschikten over dergelijke machtiging.
Recht op privacy
Daarnaast riep de café-uitbater ook een schending van zijn privacy (art. 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) in. Volgens dit artikel is inmenging van enig openbaar gezag in de privésfeer verboden, tenzij daarin bij wet is voorzien en het in een democratische samenleving noodzakelijk is, onder meer in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land.
Beslissing Hof: geen schending
De café-uitbater moet echter tot voor het Hof van Cassatie telkens in het zand bijten. Een observatie in strafzaken is immers géén observatie door de fiscus.
Ook het feit dat de fiscus door eigen observaties gegevens inzamelt in de openbare ruimte om zo de correcte belasting te kunnen heffen, vormt voor Cassatie in beginsel geen schending van de privacy van de belastingplichtige. De waarnemingen van de fiscale inspecteurs (in casu het in- en uitladen van drank en leeggoed) was zichtbaar van op de openbare weg en behoort volgens het Hof dus niet tot de privésfeer van de belastingplichtige.
Bron: Cass. 14 december 2018, F.18.0093.N, Fisc.Act. 2019/02, 5-6.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.