Belastingkrediet voor de aangroei van eigen middelen, een opfrissing
Het startschot is gegeven op Tax On Web voor het indienen van de aangifte personenbelasting aanslagjaar 2017. We worden rond de oren geslagen met nieuwe codes en ingewikkelde fiscale hersenspinsels. Op deze manier worden bestaande voordelen uit het oog verloren.
De hoogste tijd dus om een oude koe uit de fiscale gracht te halen: het belastingkrediet voor eigen middelen.
Belastingkrediet voor eigen middelen, wat was dat ook alweer?
Het belastingkrediet voor de aangroei van eigen middelen gaat al meer dan 20 jaar mee. Het kan worden toegepast door natuurlijke personen met een zelfstandige activiteit, dus door de eenmanszaken. Net zoals de notionele intrestaftrek in vennootschappen, wil het belastingkrediet voor aangroei van eigen middelen, de financiering van investeringen met eigen middelen belonen. Zowel zelfstandigen in hoofdberoep, als in bijberoep, als forfaitair belaste belastingplichtigen kunnen genieten van dit belastingkrediet.
Waarop wordt het berekend?
Zoals de naam doet vermoeden, wordt het belastingkrediet voor de aangroei van eigen middelen, berekend op …. inderdaad, de aangroei van eigen middelen. Zowel immateriële, materiële, als financiële vaste activa komen in aanmerking, allen beperkt tot het beroepsmatige gebruik.
Eerst dient men de fiscale waarde van deze activa te bepalen op 31 december van het inkomstenjaar. De fiscale waarde omvat de aanschaffingswaarde verminderd met de fiscaal aanvaarde afschrijvingen en waardeverminderingen.
Vervolgens dient men de schulden met een oorspronkelijke looptijd van langer dan 1 jaar af te trekken van de eerder bepaalde activa. Ook hier komt enkel het beroepsmatige deel van de schulden in aanmerking.
Indien dit verschil positief is wordt vervolgens het hoogste saldo van dezelfde berekening van de voorgaande 3 jaren afgetrokken. Er is sprake van een aangroei van eigen middelen indien ook dit saldo positief is.
Beginnende zelfstandigen hoeven enkel de eerste 2 berekeningen uit te voeren, gezien zij geen vorige boekjaren hebben om af te trekken.
Enkele bemerkingen
Om te kunnen genieten van het belastingkrediet op aangroei van eigen middelen is het van belang dat kleine investeringen, denk bijvoorbeeld aan smartphones, geïnvesteerd worden en dus niet onmiddellijk worden opgenomen in kost. Ook zal het afschrijvingsritme moeten afgestemd worden op het aflossingsritme van de schulden. Wordt er sneller afgeschreven dan terugbetaald, dan zal men niet kunnen genieten van dit belastingkrediet.
Hoeveel bedraagt het belastingkrediet? Een cijfervoorbeeld
Het belastingkrediet bedraagt 10% van de zonet berekende aangroei van eigen middelen, met een maximum van € 3.750. Dit maximum behaal je bij een aangroei van eigen middelen van € 37.500.
Een kapster bezit materiële vaste activa met een fiscale waarde van € 100.000. Haar schulden met een oorspronkelijke looptijd langer dan 1 jaar bedragen € 50.000. Zij komt op een verschil van € 50.000.
Laten we deze € 50.000 vergelijken met dezelfde berekening in de 3 voorgaande inkomstenjaren. 2015: € 40.000, 2014: € 30.000, 2013: € 35.000. Het hoogste bedrag in voorgaande jaren bedraagt € 40.000. Dit moeten we aftrekken van de € 50.000 in huidig inkomstenjaar. M.a.w. heeft de kapster een groei van eigen middelen gegenereerd van € 10.000. Hierdoor heeft zij recht op een belastingkrediet van € 1.000 in inkomstenjaar 2016.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.