Bedrijfswagen: geen fiscale aftrekbeperking bij betaling voor privégebruik
Een belastingsplichtige heeft haar slag thuis gehaald voor het Hof van Cassatie in een arrest van 25 juni 2020 inzake de fiscale aftrekbeperking op kosten van een bedrijfswagen.
Volgens het Hof mag een vennootschap immers haar autokosten volledig aftrekken, ook al zijn de kosten voor het privégebruik van een bedrijfswagen door de werknemer of bedrijfsleider terugbetaald aan de vennootschap. De aftrekbeperking voor autokosten is zodoende niet van toepassing op de vennootschap.
Aftrekbeperking autokosten
Overeenkomstig de fiscale wetgeving (art. 66, §1 en art. 198bis WIB’92) zijn de beroepskosten voor het gebruik van personenwagens slechts in beperkte mate aftrekbaar. Voor een uitgebreide bespreking van de huidige autofiscaliteit verwijzen we naar Autofiscaliteit anno 2020.
VAA: geen probleem
Indien de vennootschap een bedrijfswagen ter beschikking stelt van een werknemer of bedrijfsleider, die de wagen ook gebruikt voor privédoeleinden, zal de genieter belast worden op een voordeel van alle aard (hierna VAA).
De fiscus tolereert echter dat voornoemde aftrekbeperking bij de vennootschap of werkgever soms niet van toepassing is. Dit is het geval indien er tegenover de beroepskosten van de bedrijfswagen een belastbaar VAA staat. Met andere woorden, de autokosten ondergaan geen aftrekbeperking bij de vennootschap/werkgever voor het bedrag van het VAA.
Bij de berekening van de verworpen uitgaven aangaande autokosten mag de vennootschap dus het gedeelte dat ze als VAA vermeldt op de inkomstenfiches, in mindering brengen (Vraag nr. 1206 van de heer Borginon dd. 27.03.2006). Op die wijze wil de fiscus ook dubbele belasting vermijden, hetgeen ze ook met zoveel woorden zegt in haar commentaar (Comm.66/41 en 195/109).
Wat met eigen bijdrage?
Wat gebeurt er nu wanneer de werknemer of bedrijfsleider een eigen bijdrage betaalt voor het privégebruik van de bedrijfswagen?
Welnu, in principe mag men het belastbaar VAA verminderen met de eigen bijdrage van de genieter van het voordeel (art. 36, §2 WIB’92). Op het stuk van de eigen bijdrage is er dus geen voordeel. Heeft dit nu gevolgen voor de afrekbeperking op het niveau van de vennootschap, voor de kosten van de bedrijfswagen?
Ja, daar wringt nu net het schoentje bij de fiscus…
Visie fiscus
De fiscus houdt er een zeer strikte visie op na.
Zij is namelijk van oordeel dat wanneer er géén VAA is, de aftrekbeperking sowieso behouden blijft. Ook al was dit door toedoen van de eigen bijdrage van de genieter van het voordeel.
Visie Cassatie
Uiteindelijk is deze problematiek tot bij het Hof van Cassatie geraakt. Zij geeft nu, net zoals het Hof van Beroep te Brussel, de belastingsplichtige gelijk.
Het Hof stelt namelijk dat de aftrekbeperking enkel van toepassing kan zijn wanneer de bedrijfswagen door de vennootschap zélf wordt gebruikt, en dus niet bij belast of betaald gebruik voor privédoeleinden.
Uit de wetsbepaling en parlementaire voorbereiding blijkt overigens dat de aftrekbeperking enkel van toepassing is op de kosten voor het beroepsmatig gedeelte van de wagen. De aftrekbeperking geldt dus niet op de kosten m.b.t. het privégebruik.
“De omstandigheid dat de kosten voor het privégebruik door de werknemer worden terugbetaald, belet niet dat de werkgever/vennootschap deze kosten volledig mag aftrekken.” volgens het Hof van Cassatie.
Samengevat: ook al staat er door de ‘eigen’ bijdrage van de werknemer of bedrijfsleider tegenover het privégebruik van de bedrijfswagen geen VAA meer, dit niet belet dat de kosten aangaande dat privégebruik volledig aftrekbaar blijven bij de werkgever of vennootschap.
Conclusie
Het Hof van Cassatie bevestigt in haar arrest van 25 juni 2020 dat de aftrekbeperking voor autokosten niet van toepassing is ten belope van de eigen bijdrage van een werknemer of bedrijfsleider in het VAA voor het privégebruik van de bedrijfswagen.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.