Bedrijfswagen en solidariteitsbijdrage
Dat de overheidsinstanties volop bezig zijn met het digitaliseren van data en het koppelen van allerhande databases is bekend. Ze rekenen hierbij op ieders alertheid om hun data up-to-date te houden.
U wijzigt bijvoorbeeld van bedrijfswagen, vergeet dan niet dit door te geven aan uw sociaal secretariaat. De overheid vergelijkt de multifunctionele aangifte (DmfA, RSZ) systematisch met de databanken van de Dienst Inschrijving van Voertuigen (DIV) en van leasingmaatschappijen. Doet u dit niet of laattijdig dan kan u worden gepenaliseerd met een forfaitaire vergoeding die gelijk is aan tweemaal de “ontdoken” solidariteitsbijdrage.
Solidariteitsbijdrage
Deze solidariteitsbijdrage is sinds 2005 van kracht en is verschuldigd door iedere werkgever die een bedrijfswagen ter beschikking stelt aan zijn werknemer en waarbij er privé gebruik aan te pas komt. Alleen bij zeer occasioneel gebruik is de solidariteitsbijdrage niet verschuldigd; denk onder meer aan een werknemer die een bedrijfsvoertuig leent om in het weekend een verhuis te doen.
De solidariteitsbijdrage wordt maandelijks forfaitair berekend per voertuig. Zij bedraagt minstens 25,55 euro (bedrag 2016) en is afhankelijk van de CO2-uitstoot en type brandstof van het voertuig. De bijdrage is verschuldigd ongeacht of de werknemer zelf financieel tussenkomt en ongeacht de hoogte van de tussenkomst.
De regelgeving inzake de berekening van de solidariteitsbijdrage is vrij complex. Ruw weg komt het erop neer dat de solidariteitsbijdrage niet verschuldigd is indien er geen vaste plaats van tewerkstelling is (lees: geen woon-werk verkeer) én geen ander privé gebruik.
Vaste plaats van tewerkstelling
Ook dit vergt de nodige administratieve opvolging. Om als vaste plaats van tewerkstelling te worden gekwalificeerd, dient er zowel sprake te zijn van prestaties van enige omvang als op jaarbasis minstens 40 dagen naar dezelfde plaats, waarbij deze 40 dagen niet aansluitend op elkaar moeten volgen. Let wel, zodra de 40 dagen bereikt zijn op één plaats, is de solidariteitsbijdrage verschuldigd voor het ganse jaar.
Voor een werknemer die ’s morgens bijvoorbeeld eerst naar het bedrijf gaat om daar enige taken uit te voeren en vervolgens naar klanten gaat en na de laatste klant rechtstreeks naar huis rijdt, is er sprake van woon-werk verkeer en is de solidariteitsbijdrage verschuldigd.
Anderzijds voor een werknemer die met de bedrijfswagen eerst naar het bedrijf rijdt enkel en alleen om goederen op te laden en de ganse dag te leveren en nadien met dit voertuig huiswaarts keert, is er geen woon-werkverkeer vermits hij geen prestaties van enige omvang levert op het bedrijf. Hier is geen solidariteitsbijdrage verschuldigd. Verplaatsingen van de woonplaats naar de werkplaats met een utilitair voertuig (lichte vracht) worden door de RSZ evenmin beschouwd als woon-werkverplaatsingen.
Conclusie
Alertheid en administratieve opvolging inzake bedrijfswagens zijn ook op het vlak van de solidariteitsbijdrage aan de orde.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.