Bankrekeningen in onverdeeldheid: let op bij overlijden
Tijdens ons leven willen we iets moois uitbouwen: huisje, tuintje, kindje, … Daarnaast bouwen we graag ook aan onze spaarpot om een appeltje voor de dorst te hebben op onze “oude dag”. Die spaarpot kan uit vele zaken bestaan, maar in de meeste gevallen gaat het om een (spaar-)rekening en/of effectenportefeuille (hierna gezamenlijk benoemd als de “bankrekening”).
Afhankelijk van de situatie is deze spaarpot een eigen of gemeenschappelijk goed. Wanneer het een gemeenschappelijk goed is, bevindt dit zich feitelijk in onverdeeldheid tussen de twee partners. De partners kunnen beslissen om een vermogensplanning bij leven uit te werken, of ze kunnen ook de gewone erfrechtelijke regels laten spelen.
Ooit komt er echter een moment dat de fiscus ook zijn deeltje van de koek wil. Hoe groot dat deel is, hebt u enigszins zelf in de hand.
Deze bijdrage gaat in op de hypothese dat de gewone erfrechtelijke regels spelen en dat er met andere woorden geen regeling bij leven werd uitgewerkt (denk hierbij aan een schenking, al dan niet gekoppeld aan een burgerlijke maatschap). Sowieso zal er op een bepaald moment erfbelasting (successierechten) moeten worden betaald. Eén keer betalen is nog te vatten, maar wanneer de zaken niet met de nodige aandacht worden behandeld is het mogelijk dat er op hetzelfde bedrag nog een tweede keer zal moeten worden betaald.
Hoe kan dat en vooral, hoe kan dat vermeden worden?
Wie is titularis van de bankrekening?
Het is belangrijk om te weten wie er titularis is van de bankrekening op het moment dat één van de partners overlijdt. Staat deze op naam van de beide partners, of slechts op naam van de vooroverleden partner?
Indien de vooroverleden partner de enige titularis was, dan dient het volledige bedrag van de bankrekening te worden opgenomen in de aangifte van nalatenschap. De langstlevende partner zal dan het vruchtgebruik vererven, de kinderen erven de blote eigendom. De beherende financiële instelling dient er op attent te worden gemaakt, dat deze opsplitsing ook effectief en ondubbelzinnig wordt toegepast op betreffende bankrekening. Bij het overlijden van de langstlevende partner zal diens vruchtgebruik uitdoven en verkrijgen de kinderen de volle eigendom, zonder bijkomende kosten.
Indien de bankrekening op naam van de beide partners (in overdeeldheid) staat, dan dient de aangifte van nalatenschap in principe slechts de helft van de bankrekening te vermelden, namelijk het deel van de vooroverledene.
Vaak vindt hier de onachtzaamheid plaats: in de aangifte van nalatenschap wordt de volledige bankrekening opgenomen. Bijgevolg moet er erfbelasting op de totaliteit worden betaald. In de praktijk komt het voor dat het overlijden wel wordt gemeld aan de bank, maar dat zij de overledene “enkel” schrappen als titularis van de bankrekening. De langstlevende partner wordt op die manier de enige titularis van de bankrekening! Wanneer de langstlevende partner dan sterft, zal er opnieuw een aangifte van nalatenschap gebeuren waarbij de betreffende bankrekening opnieuw wordt opgenomen. Op die manier wordt eenzelfde actiefbestanddeel dus twee keer belast!
Weet dat bij een overlijden bankrekeningen/spaarrekeningen/effectenportefeuilles worden geblokkeerd. Deze worden pas vrijgegeven door de financiële instelling na ontvangst van een akte of attest erfopvolging. Het is dus van belang dit alles goed na te (laten) kijken, zodat er geen onaangename verrassingen opduiken op momenten waarop u deze echt wel kan missen.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.