B2B-diensten en de B2B-plaatsbepalingsregels
Een dienstverlening moet worden gelokaliseerd om de juiste belasting te kunnen heffen. De dienstverlener zal dus moeten bepalen waar de dienst voor de btw plaatsvindt.
De plaats waar een dienst met btw wordt belast, hangt in de eerste plaats af van de afnemer van de dienst zelf. Deze afnemer is wel of niet btw-plichtige. Voor B2B-situaties en B2C-situaties gelden andere lokalisatieregels.
In huidige blog gaan we dieper in op de B2B-diensten en de plaatsbepalingsregels. Dit is niets nieuws, doch het Hof van Justitie heeft zich nogmaals over deze problematiek gebogen.
In de zaak C-547/18 Dong Yang Electronics tegen de Poolse belastingadministratie wordt duidelijk gemaakt dat een vennootschap voor btw-doeleinden geen vaste inrichting is van een andere vennootschap, behalve als de fiscus misbruik bewijst.
B2B-diensten en de plaatsbepaling – algemeen
De dienstverrichter moet zich vergewissen van de al dan niet btw-plichtige status van de afnemer van de dienst (B2B of B2C). Hij moet ook bepalen of de afnemer binnen of buiten de Europese Unie is gevestigd. In België vinden we een vrijstelling voor B2B-diensten terug in artikel 21, § 2 W.BTW.
De B2B-regels kunnen niet van toepassing zijn op diensten verstrekt aan een btw-plichtige en bestemd voor privégebruik door hemzelf of door zijn personeel. In dergelijke omstandigheden zijn ook de B2C-regels van toepassing.
In zoverre de plaatsbepaling van de dienst gebeurt volgens de B2B-hoofdregel vervat in artikel 21, § 2 W.BTW en in zoverre de handeling niet is vrijgesteld in de EU-lidstaat van de afnemer, moet de dienstverrichter de handeling opnemen in zijn periodieke btw-aangifte.
Hoofdregel: plaats waar de klant gevestigd is
Artikel 21, § 2 W.BTW stelt: “De plaats van diensten, verricht voor een als zodanig handelende belastingplichtige, is de plaats waar deze belastingplichtige de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd. Worden deze diensten evenwel verricht voor een vaste inrichting van de belastingplichtige op een andere plaats dan die waar hij de zetel van zijn economische activiteit heeft gevestigd, dan geldt als plaats van de dienst de plaats waar deze vaste inrichting zich bevindt. Bij gebrek aan een dergelijke zetel of vaste inrichting, geldt als plaats van de dienst de woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats van de belastingplichtige die deze diensten afneemt.”
Diensten verricht voor een andere belastingplichtige worden aldus in principe gelokaliseerd bij de klant. U moet dus kijken naar de plaats waar de zetel van economische activiteit van uw klant gelegen is. Heeft uw klant geen ‘zetel van economische activiteit’, dan telt zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats als plaats van de dienst.
Een specifiek geval is de levering van de diensten op de vaste inrichting van de vennootschap. Hierover sprak het Hof van Justitie zich uit.
Arrest Hof van Justitie – feiten
De zaak had betrekking op een Poolse vennootschap. Ze sloot een dienstverleningsovereenkomst met een vennootschap gevestigd in Korea. De Poolse vennootschap leverde diensten voor de vennootschap in Korea.
Een dochteronderneming van de vennootschap in Korea leverde alle onderdelen en componenten aan de Poolse vennootschap.
De afgewerkte producten verkocht de Koreaanse vennootschap aan een andere dochteronderneming van de Poolse vennootschap, die deze producten op de Europese markt verkocht.
De Poolse vennootschap factureerde haar diensten zonder Poolse btw aan de Koreaanse vennootschap conform artikel 44 van de Btw-Richtlijn. Dit zou hetzelfde zijn voor een Belgische vennootschap die factureert zonder btw overeenkomstig artikel 21, § 2 W.BTW.
Volgens de Poolse fiscus was de Poolse vennootschap echter een vaste inrichting van de Koreaanse vennootschap. Bijgevolg zijn de diensten verricht in Polen. Dus niet op de plaats van de zetel van de Koreaanse vennootschap in Korea. De diensten waren immers in werkelijkheid bestemd voor de Europese markt, lees verkoop door een Poolse dochtervennootschap, en niet voor Korea.
Kan dochteronderneming vaste inrichting zijn van haar moedermaatschappij?
Het antwoord van het Hof is duidelijk: neen. Een zelfstandige dochteronderneming kan niet tegelijk een vaste inrichting zijn van haar moedermaatschappij.
Een moedervennootschap en haar dochtervennootschap zijn twee onderscheiden belastingplichtigen. Twee belastingplichtigen kunnen onder bepaalde voorwaarden wanneer ze in dezelfde lidstaat zijn gevestigd, een btw-groep vormen. Alleen dan worden de twee vennootschappen als één belastingplichtige aangemerkt.
Aangezien de zetel van de Koreaanse vennootschap in Korea is gevestigd, is een btw-groep tussen de Koreaanse vennootschap en haar dochteronderneming in Polen uitgesloten.
Als een vennootschap uit een derde land (of een andere lidstaat) een dochteronderneming in een lidstaat heeft, is die dochteronderneming niet automatisch een vaste inrichting in die lidstaat.
Verplichtingen van de dienstverrichter
De belastingplichtige dient de gepaste zorgvuldigheid aan de dag te leggen om de juiste plaats van een dienst te bepalen. Een schriftelijke bevestiging van zijn medecontractant dat zij niet over een vaste inrichting beschikt is hier alvast gepast. De dienstverlener mag hierop voldoende vertrouwen.
Rechtszekerheid is een belangrijk element in de contractuele relaties, zowel voor de dienstverrichter als voor de afnemer. Allebei moeten ze hun fiscale verplichtingen kunnen bepalen. Zowel de dienstverrichter als zijn klant moeten weten of de dochteronderneming of de moedermaatschappij de btw verschuldigd is. Dan wel of de voldoening van de btw verlegd is naar de klant.
Het is dan ook aangewezen om de internationale contracten te staven met verklaringen of uittreksels uit het handelsregister of soortgelijke documenten.
Conclusie
Uit het arrest C-547/18 van het hof van Justitie blijk dat een dochter- of andere groepsvennootschap in principe niet als een vaste inrichting aan te merken is. Dat kan alleen als de fiscus zou bewijzen dat misbruik voorhanden is door de contractuele relaties louter op te zetten alleen om een btw-voordeel te bekomen.
Wel zal de dienstverlener onthouden dat het papierwerk achter de dienstverlening aandacht behoeft.
aternio helpt u graag verder. Contacteer ons vrijblijvend.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.