Afzonderlijke aanslag op minimum inkomen sterft een snelle dood
De afzonderlijke aanslag voor het niet voldoen aan de minimumbezoldiging heeft al heel wat stof doen opwaaien. Deze aanslag is initieel door het zomerakkoord van 2017 ingevoerd met inwerkingtreding vanaf het aanslagjaar 2019. Evenwel voor één aangifte in de vennootschapsbelasting van het aanslagjaar 2019 is ingediend, sterft de nieuwe afzonderlijke aanslag al een snelle dood.
Vereiste minimumbezoldiging
Zoals eerder uiteengezet, is de minimumbezoldiging door het zomerakkoord van 2017 opgetrokken naar 45.000 euro. Een vennootschap moet aan minstens één bedrijfsleider deze minimumbezoldiging toekennen. Al snel reeds de discussie of een bedrijfsleider ook een natuurlijke persoon moest zijn. Deze vraag was van belang voor vennootschappen die geen natuurlijke personen als bedrijfsleiders aan boord hadden. De wetgever heeft dit punt inmiddels uitgeklaard. Enkel de minimumbezoldiging voor een bedrijfsleider natuurlijke persoon voldoet.
Elke vennootschap dient vanaf het boekjaar dat start vanaf 1 januari 2018 een minimumbezoldiging van 45.000 euro toe te kennen aan minstens één bedrijfsleider-natuurlijke persoon. Indien het belastbaar resultaat lager is dan 45.000 euro, is de minimale bezoldiging gelijk aan het belastbaar resultaat na bezoldiging.
Afzonderlijke aanslag
De afzonderlijke aanslag is de facto een “sanctie” indien niet aan de vereiste van de minimumbezoldiging was voldaan. Deze sanctie bedraagt 5% van het tekort. Aanvankelijk zou vanaf aanslagjaar 2021 de sanctie zelfs 10% bedragen. Deze verdubbeling werd reeds door een eerdere wetswijziging afgeschaft. De wetgever heeft aldus de afzonderlijke aanslag op 5% behouden.
Snelle dood
Ondertussen is een wetsvoorstel ingediend tot opheffing van de sanctie wegens het niet-voldoen aan de voorwaarde betreffende het bedrag van de bezoldiging van de bedrijfsleider. Op 19 maart 2019 is dit wetsvoorstel aangenomen door de Commissie Financiën en Begroting. Naar alle verwachtingen volgt de bevestiging in het federale parlement.
Dit heeft als gevolg dat het niet voldoen aan het uitkeren van de minimumbezoldiging niet langer een extra sanctie oplevert. Het uitkeren van een minimumbezoldiging van 45.000 euro blijft wel een voorwaarde om recht te hebben op het verlaagd vennootschapstarief van 20%.
Conclusie
Een vennootschap die niet de minimumbezoldiging aan een bedrijfsleider-natuurlijke persoon uitkeert wordt niet langer bestraft. Weet wel dat vennootschappen die geen zo’n minimumbezoldiging uitkeren geen recht hebben op het verlaagd vennootschapstarief.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.