Afronding cashbetalingen: de regels voor ondernemingen
Sinds 1 december 2019 ronden winkeliers de cashbetalingen af op 5 cent. De consument kan echter wel nog steeds de muntstukken van 1 en 2 cent blijven gebruiken in de winkels.
De kleine muntstukjes werden in praktijk weinig gebruikt. Ze bleven vaak in de geldbeugel zitten of thuis in een la. Daardoor dienden er voortdurend muntjes van 1 en 2 cent bijgemaakt te worden. Bovendien liep de kostprijs om de muntstukjes te maken erg hoog op. Uit een rondvraag in 2018 bij winkeliers en consumenten bleek er voldoende draagvlak te zijn voor een afronding bij cashbetalingen.
De Belgische overheid heeft hiervoor met ingang vanaf 1 december 2019 een wettelijk kader voorzien.
Wie moet afronden?
De verplichting om af te ronden, geldt voor alle cashbetalingen en voor alle ondernemingen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven. Ook vrije beroepen en alle personen, overheden … die op regelmatige basis economische interacties hebben met consumenten (zoals een zwembad, bibliotheek of cultureel centrum) vallen hieronder. Het geldt eveneens voor verenigingen met regelmatige economische activiteiten (zoals de verkoop van producten aan consumenten). Het maakt daarbij niet uit of zij een winstoogmerk hebben of niet.
Hoe gebeurt het afronden?
Enkel het totaalbedrag van alle aankopen samen én die de klant cash betaalt aan de kassa moet men afronden. Men mag dus niet de prijs van elk artikel afzonderlijk gaan afronden!
Het totaalbedrag moet men afronden naar het dichtste veelvoud van 5 cent, ofwel het lagere ofwel het hogere.
Ondernemingen moeten cashbetalingen door de consument steeds afronden indien:
- de betaling gebeurt in gezamenlijke fysieke aanwezigheid van de consument en de onderneming; én
- het te betalen bedrag groter is dan 5 cent.
Daarentegen mag men dus niet afronden in geval van verkoop op afstand (denk aan: online shopping) en tussen particulieren onderling of ondernemingen onderling.
Ondernemingen kunnen ook beslissen om de afronding toe te passen op andere betalingswijzen, maar zijn moeten dan dezelfde voorwaarden respecteren. In dat geval gelden de regels van het afronden voor ál hun klanten en betalingswijzen, behalve bij maaltijdcheques, ecocheques en waardebonnen.
Een onderneming die de afronding toepast, moet navolgende regels respecteren.
- De afronding gebeurt énkel op het cash-gedeelte, ook indien de betaling deels in cash en deels met een andere betalingswijze gebeurt.
- Indien de onderneming beslist om de afronding ook toe te passen op andere betalingswijzen dan de betaling in cash, moet men afronden op het totaalbedrag na aftrek van de bedragen betaald met maaltijdcheques, ecocheques of waardebonnen (zelfs als de betaling deels in cash en deels met een ander betalingsmiddel gebeurt). In dat geval afficheert de onderneming duidelijk zichtbaar de volgende test in zijn winkel: ” Het totaalbedrag wordt altijd afgerond“.
- Het kasticket moet ook duidelijk zowel het totale te betalen bedrag als het afgeronde bedrag weergeven, ongeacht het werkelijk in cash betaalde of het werkelijke totaal betaalde bedrag.
- Het eventueel terug te betalen bedrag is altijd afgerond.
Bron: Boek VI WER – art. VI.7/1 e.v. WER
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.