Aandelenopties en managementvennootschap
Werknemers en bestuurders kunnen reeds vele jaren op een fiscaal gunstige manier aandelenopties verwerven van het bedrijf waarvoor ze werken. Veel bestuurders oefenen echter hun bestuursfunctie uit middels een managementvennootschap. Dit betekent dat er vaak geen rechtstreekse juridische band is tussen de zaakvoerder van de managementvennootschap en het bedrijf.
Het toekennen van aandelenopties aan een bestuurder-rechtspersoon, die deze opties vervolgens doorschuift aan haar eigen bestuur, is ondermeer omwille van dubbele belasting lange tijd niet interessant geweest. Dit is echter verleden tijd.
Sinds de circulaire 2017/C/21 betreffende aandelenopties toegekend aan zaakvoerders van managementvennootschappen, kan het een en ander eveneens binnen een fiscaal gunstig regime.
Principe
De wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (‘Aandelenoptiewet’) legt de fiscale principes vast met betrekking tot het voordeel van alle aard ingevolge de al dan niet kosteloze toekenning van aandelenopties verkregen uit hoofde of naar aanleiding van de beroepswerkzaamheid van een begunstigde-natuurlijke persoon.
De begunstigde van de aandelenoptie verkrijgt, na aanvaarding, een belastbaar voordeel van alle aard op het ogenblik van de toekenning van de optie. De toekenning wordt geacht plaats te vinden op de 60ste dag na het schriftelijk aanbod, ongeacht of er opschortende of ontbindende voorwaarden verbonden zijn aan de uitoefening van de optie.
Het belastbaar bedrag van het voordeel is in principe gelijk aan 18% van de waarde van de niet-beursgenoteerde aandelen waarvoor de aandelenopties worden uitgereikt en dit indien de optie wordt toegekend voor hooguit 5 jaar te rekenen vanaf de dag van het aanbod. Wordt de optie toegekend voor een langere periode dan wordt het belastbaar voordeel per jaar of gedeelte van een jaar dat de 5 jaar overschrijdt vermeerderd met 1%.
Werknemer of bestuurders die aandelenopties verwerven van het bedrijf waar ze voor werken, zien de aandelenopties gewaardeerd aan 9 procent van de onderliggende waarde op het ogenblik van de toekenning, desgevallend vermeerderd met 0,5% per jaar of deel van een jaar dat de hiervoor vermelde periode van 5 jaar overschrijdt.
Om te genieten van dit gunsttarief van 9% vereist de Aandelenoptiewet dat ook de volgende voorwaarden zijn voldaan:
- de uitoefenprijs van de optie wordt definitief vastgesteld op het ogenblik van het aanbod;
- de optie mag pas worden uitgeoefend na het einde van het derde kalenderjaar na dat waarin het aanbod heeft plaatsgevonden;
- de optie mag niet worden overgedragen tenzij door overlijden; en
- het risico op waardevermindering van de aandelen waarop de optie betrekking mag noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks, gedekt worden door de persoon die de optie toekent, of door een persoon met wie er een band van wederzijdse afhankelijkheid bestaat.
Het belastbaar voordeel wordt belast aan het progressief tarief waarbij de bedrijfsvoorheffing verplicht moet worden ingehouden. Inzake sociale bijdragen kunnen werknemers principieel genieten van een vrijstelling, voor zelfstandigen bestaat er geen gelijkaardige vrijstelling van sociale bijdragen.
De uitoefening en de latere verwezenlijking van meerwaarde worden niet gekwalificeerd als belastbare beroepsinkomsten, het zijn dus normale verrichtingen van beheer van een privévermogen waarop geen verdere belastingen worden geheven.
Managementvennootschap
Door de circulaire 2017/C/21 wordt het fiscaal interessant om rechtstreeks aandelenopties toe te kennen aan de zaakvoerder van een managementvennootschap door de vennootschap waaraan de managementprestaties worden geleverd.
Dergelijke toekenning voldoet niet aan de hoger vermelde voorwaarde om het forfaitair bepaalde voordeel te mogen halveren tot 9%. Juridisch gezien is het wel de managementvennootschap die de managementprestaties levert aan haar klant, maar op fiscaal vlak oefent de zaakvoerder van die managementvennootschap zijn beroepswerkzaamheid echter uit ten behoeve van de managementvennootschap en niet ten behoeve van de klant van de managementvennootschap.
Desalniettemin zullen de opties wel worden gewaardeerd aan 18% van de waarde van de onderliggende aandelen. Het is hierbij irrelevant of de managementvennootschap bestuurder is van de vennootschap die de aandelenoptie toekent, of niet. M.a.w. een vennootschap kan ook aandelenopties toekennen aan de zaakvoerder van een managementvennootschap als die optreedt als consultant.
Er is in de circulaire geen sprake van dubbele belasting, nl. belasting bij de managementvennootschap en belasting bij het doorschuiven naar de zaakvoerder, of van een waardering tegen de werkelijke waarde van de onderliggende aandelen op het ogenblik van toekenning.
Waardering
De waarde van de onderliggende aandelen moeten vastgesteld worden door het bestuursorgaan van de aanbiedende vennootschap. Dit gebeurt op eensluidend advies van de commissaris van de vennootschap. Wanneer er geen commissaris is, dan brengt een bedrijfsrevisor of een externe accountant advies uit over de voorgestelde waarde van de aandelen.
In geen geval mag de waarde lager zijn dan de boekwaarde van de aandelen zoals blijkt uit de laatste afgesloten en goedgekeurde jaarrekening vóór de datum van het aanbod.
Inwerkingtreding
De circulaire is van toepassing voor de toekenningen van aandelenopties waarvan de datum van het aanbod na 13 april 2017 valt.
Volg aternio op LinkedIn voor meer finance, tax & legal nieuws.